Anneloes Keesmaat en Marieke Haverkamp, Koninklijke Visio

Als je slechtziend of blind bent kan de tuin verzorgen een uitdaging zijn. Hoe
kom je erachter of je al het onkruid hebt verwijderd? Hoe weet je of je de
planten voldoende water hebt gegeven? Hoe moet ik beginnen met tuinieren? We
geven je tips over hoe je kan tuinieren en hoe je je planten kunt verzorgen.
Vind je het lastig om de tuin te verzorgen en wil je dit liever onder deskundige
begeleiding leren? Dat kan bij Koninklijke Visio. Aan het einde vind je meer
informatie.
Tip: Visio heeft over tuinieren ook een interessant Webinar gehouden dat
naast dit artikel zeker de moeite waard is.
Bekijk of beluister de Webinar: Tuinieren als je slechtziend of blind
bent.
Goed om te weten als je gaat tuinieren
Tuinieren is een fysiek inspannende activiteit. Dit geldt zeker als je een
visuele beperking hebt. Daarom is het goed om uit te zoeken hoe belastbaar je
bent en hoe je daar dan het beste rekening mee kunt houden.
Als je nog nooit hebt getuinierd is het handig om met een klein stukje tuin te
beginnen. Je kunt bijvoorbeeld starten met een klein moestuintje. Hierin kun je
experimenteren met hoe lang je erin kunt werken zodanig dat je nog energie
overhoudt. Denk hierbij ook aan pauzes nemen. Zodra je dat beheerst kun je dit
langzaam uitbreiden.
Indien je een grote(re) tuin hebt, dan kun je kijken hoe je de hoeveelheid werk
kunt verminderen. Tips hiervoor lees je verderop.
Hoe begin ik met een tuin?
Als je nadenkt over een nieuwe tuin, dan volgen hier een aantal tips voor het
ontwerp en de indeling.
Zorg als je de tuin gaat ontwerpen eerst dat je je ideeën goed helder hebt.
Leg ze vast op een manier die voor jou prettig is. Eventueel kun je een
reliëfplattegrond maken. Als je een bestaande tuin wilt veranderen, is het
raadzaam om de tuin eerst een jaar te volgen voor je besluit wat je laat
staan en wat je weg doet. Hierdoor heb je de tuin in alle seizoenen
meegemaakt en weet je welke planten wanneer in je tuin zullen bloeien.
Probeer je tuin zo overzichtelijk mogelijk te maken zodat je er makkelijk je
weg kan vinden. Verdeel daarom de tuin in meerdere vlakken. In grotere
tuinen kan het zinvol zijn om zelf referentie- en herkenningspunten aan te
brengen. Je kunt hierbij denken aan makkelijk te herkennen planten, bomen of
struiken, maar ook aan een windgong, een waterpartij of vijvertje. Ook
wandelpaden en afscheidingen kun je goed gebruiken om je makkelijker te
oriënteren.
Om te bepalen waar je je in de tuin bevindt kun je verschillende materialen
gebruiken. Denk aan grind, houtsnippers, diverse bestrating of schuttingen
met variatie in vorm en materialen. Ook kun je hegjes, leuningen of paaltjes
als gidslijnen naast de paden gebruiken.
Het is belangrijk dat je goed bij alle plekken in de tuin kunt komen. Zorg
daarom dat de border die je langs bestrating aanbrengt maximaal 60
centimeter (een armlengte) breed is. Heb je een border die tussen twee paden
in ligt dan kun je 120 centimeter als maximum aanhouden. Dus een perk waar
je aan twee kanten bij kunt komen kun je 120 cm ofwel twee armlengtes breed
maken.
Als je een verhoogde border wilt aanleggen (dit is een afgebakend stuk tuin
of park, met planten begroeid) zorg er dan voor dat deze minstens 15
centimeter boven de grond is, anders is het een object waar je makkelijk
over kunt struikelen. Als de border een verhoogde bak heb je wel meer water
nodig voor je planten. Voeg in dat geval eventueel klei of waterkristallen
toe om het water beter vast te houden. Meer informatie hierover vind je bij
het tuincentrum.
Het is handig om alle gegevens en onderhoudsadviezen van je planten te
noteren, bijvoorbeeld in een notitieboekje, je telefoon of de computer.
Om je planten later gemakkelijk terug te kunnen vinden kun je een label aan
de plant hangen of een plantensteker met plantennaam erbij plaatsen. Deze
zou je kunnen markeren met brailletape of met geplastificeerde spraak labels
zoals
Pennytalks
waarmee kun je de plantensoort en eventueel het onderhoud kunt inspreken.
Het lamineren van de labels is noodzakelijk in verband met vocht.
Als je een gazon wilt aanleggen, kies dan voor een eenvoudige vorm. Zo kun
je beter overzicht houden bijvoorbeeld als je het gras wilt maaien. Om
grasmaaien makkelijker te maken, kun je rondom het gazon 30 centimeter
tegels neerleggen op dezelfde hoogte als de grond.
Als je gebruik maakt van hagen, muren of schuttingen is er minder wind in je
tuin, zodat je geuren beter kunt beleven.
Tenslotte is het ook belangrijk om te kijken naar de ligging van de tuin.
Heb je een tuin op het zuiden? Dan is het verstandig om in de tuincentra te
vragen naar planten die goed tegen de volle zon kunnen. Ditzelfde geldt ook
voor een schaduwrijke tuin. Je kan in het tuincentrum ook advies vragen over
het type plant dat je zoekt. Denk aan planten met bepaalde kleuren, geuren,
of ze makkelijk te snoeien zijn, et cetera. Verder zijn planten onder meer
gevoelig voor de grondsoort zoals zand of klei en de zuurgraad. Op Internet,
in boeken of in tuincentra kun je meer informatie krijgen welke plant waar
goed gedijt.
Er zijn ook websites of apps zoals de toegankelijke Mijn Tuin App waar je
allerlei informatie kunt vinden over planten. Meer informatie over de Mijn
Tuin
app.
Hoe kan ik het beste planten poten?
Als je planten gaat poten is het handig om een ring om de plant te plaatsen.
Hiermee kun je de plant makkelijk traceren en voorkom je dat je de plant
beschadigt als je onkruid gaat wieden of gaat schoffelen. Je kunt een ring
aanbrengen door de plant in een kunststof buis te poten. Een andere manier
is om zelf een omhulsel of stroken van golfplaat te maken en die om de plant
heen te zetten. Ook kun je een kunststof pot gebruiken als de plant die je
kocht daarin zat. Knip in dat geval eerst de bodem uit de pot zodat de
wortels dieper de grond in kunnen groeien en poot daarna de plant met de pot
zonder bodem in de tuin.
Als je stokken gebruikt bij het poten van planten, dek deze dan af aan de
bovenkant om te voorkomen dat je je eraan stoot als je bukt. Je kunt hier
bijvoorbeeld een klein leeg plastic flesje voor gebruiken. Als je er baat
bij hebt kies dan voor een flesje dat goed contrasteert.
Om je knieën te beschermen kun je een kniekussen of matje gebruiken.
Welk tuingereedschap heb ik nodig?
Als je gaat tuinieren is het zinvol om zoveel mogelijk klein tuingereedschap van
goede kwaliteit te gebruiken. Voor de basisverzorging van je tuin moet je dan
denken aan:
Heb je een tuin met struiken en bomen? Dan is een schoffel en hark met lange
steel ook handig om in huis te hebben.
Tuingereedschap met handvatten in contrasterende kleuren kun je mogelijk beter
onderscheiden. Als het niet in zulke kleuren te koop is kun je overwegen om de
handvatten van je tuingereedschap in specifieke kleuren over te schilderen.
Hoe kan ik het beste planten zaaien?
Groenten zaaien en aardappelen poten is een nauwkeurig karwei. Een aantal tips:

Om het zaaien te vergemakkelijken kun je gebruik te maken van een
zaailiniaal. In zo’n liniaal zijn gaatjes op regelmatige afstand
aangebracht. Hierdoor weet je hoe je de zaadjes moet verdelen. Een
zaailiniaal of zaailat is te koop bij onder andere tuincentrum en in
webshops. Je kunt uiteraard ook zelf een zaailiniaal maken.
Om kleine zaden makkelijker te kunnen zaaien kun je gebruik maken van
zogenaamd pillenzaad. Dit zijn zaden die in een tabletje met voedingsstoffen
zitten. Dit helpt het zaad om te ontkiemen en om de plant beter laten
groeien. Omdat de zaden in een omhulsel zitten hoef je ze niet uit te
dunnen. Pillenzaden zijn bovendien gekleurd, zodat ze beter te onderscheiden
zijn.
Bij heel fijn zaad, bijvoorbeeld zaad voor wortels, is het handig als je
eerst een kleine hoeveelheid zaad vermengt met één eetlepel zogenaamd
scherpzand (dit is zand uit de zandbak) en daarna te zaaien. Hierdoor
verspreid je de fijne zaden makkelijker waardoor je de opgekomen plantjes
minder hoeft uit te dunnen.
Losse kleine zaadjes kun je makkelijker verdelen als je ze eerst in een
plastic bakje legt. Daarna kun je met een vochtige vinger een aantal
zaadjes, bijvoorbeeld drie stuks per keer, oppikken om te zaaien. Op die
manier kun je het zaad beter doseren.
Het is handig om een touw te spannen tussen twee stokjes of paaltjes op
ongeveer vijf centimeter boven de grond op de plek waar je wilt gaan zaaien.
Je zaait het zaad dan recht onder het touw. Zo weet je dat wat onder het
touw groeit geen onkruid is.
Als je binnen wilt voorzaaien om later de planten buiten uit te zetten dan
kun je hiervoor eierdozen of turfpotjes gebruiken. Zet de potjes of de
eierdozen in de volle grond zodra de plantjes zijn opgekomen en drie
centimeter hoog zijn. Het voordeel van deze potjes is dat deze afbreekbaar
zijn. Je hoeft ze dus niet meer uit de grond te halen.
Er zijn diverse middelen op de markt die zaaien eenvoudiger maken. Zo kun je
een zaadschijf of een zaailint kopen. Hierbij zitten de zaadjes gedoseerd in
een papier. Dit papier hoef je dan alleen maar op de grond te leggen en te
bedekken met een dun laagje aarde. Ook hier is het handig om het lint onder
een gespannen touw te plaatsen zodat je weet waar je hebt gepoot, of om het
te poten in een pot of bak. Er zijn vooral zaaischijven en zaailinten te
verkrijgen voor kruiden en eenjarige bloemen.
Het is handig om de plek waar je hebt gezaaid meteen te markeren met
stokjes, labels enzovoorts. Op die manier weet je als de plantjes uitkomen
wat je hier had gezaaid.
Als je bloembollen wilt planten is het gemakkelijk om gebruik te maken van
een bollenpoter. Zorg ervoor dat de grond vochtig is, zodat de aarde beter
aan de bollenpoter blijft plakken. Dit kan je doen door de grond een dag van
tevoren te bewateren. Let op dat je na het poten de bollen niet nogmaals
water geeft.
Je tuingereedschap makkelijk gebruiken
Het voordeel van klein tuingereedschap is dat je het met één hand kunt
gebruiken. Hierdoor heb je je andere hand vrij en kun je die gebruiken om te
voelen en eventueel om op te steunen. Ook werk je met klein gereedschap op
kleinere afstand wat makkelijker is.
Een ander voordeel van klein tuingereedschap is dat je het met een touwtje
om je pols kunt hangen. Hierdoor hoef je niet te zoeken als je je
gereedschap onverhoopt laat vallen. Voor werken laag bij de grond raden we
een schoffel, hark en schepje met korte steel aan.
Het is ook handig om tijdens het tuinieren twee kleine emmertjes mee te
nemen: een om je gereedschap in te doen en de andere voor het afval. Zo kan
je je gereedschap en afval goed scheiden en makkelijker terugvinden. Zorg
ervoor dat je de emmertjes van elkaar kunt onderscheiden.
Om draad, zakjes zaad op te bergen zijn er (timmermans-) schorten met grote
zakken in de handel. Je kunt hier ook desgewenst je kleine gereedschap in
kwijt. Zo heb je alle kleine benodigdheden makkelijk bij de hand.
Bewaar je gereedschap op een vaste plek. Gebruik een degelijk
klemhang-systeem, zodat je je gereedschap makkelijk kunt terugvinden en
gereedschap met langere stelen niet om kan vallen. Als je hierbij de steel
naar beneden en het gereedschapsdeel naar boven hangt kun je makkelijk
voelen welk gereedschap je vastpakt en loop je niet met je benen tegen de
tanden van de hark of het blad van de schep.
Hoe kan ik het beste snoeien?
Snoeien van bomen is een grote klus en vraagt veel nauwkeurigheid. Om je
positie tijdens het snoeien beter te kunnen bepalen kun je ervoor kiezen om
bomen dichtbij een schutting of muur te plaatsen.
Voordat je start met snoeien, is het handig om alle takken die je wilt
snoeien met een lint te markeren. Als je werkhandschoenen gebruikt kun je de
vingertoppen van de handschoenen afknippen zodat je beter met je vingers
kunt voelen.
Als je snoeiafval direct in een container of emmer verzamelt kun je beter
overzicht houden.
Je kunt ook snoeien met zogenaamde mallen. Zo’n mal kun je bijvoorbeeld
gebruiken wanneer je een buxushaag in een bolvorm wil snoeien. Alles wat uit
de bol groeit kun je dan met behulp van de mal makkelijk afknippen.
Als je snoeien lastig vind kun je er natuurlijk ook hulp bij vragen aan
bekenden of bijvoorbeeld een vrijwilligersorganisatie.
Hoe kan ik op een goede manier onkruid wieden?
Als je onkruid wiedt zit je veel op je knieën. Het is dan aan te raden een
kniekussen of matje te gebruiken. Als je je onkruid langs een lat wiedt kun
je makkelijk bijhouden waar je bent gebleven. Ben je aan het einde van de
lat, dan schuif je die eenvoudig op.
Een andere manier om onkruid te verminderen is om bodembedekkers te planten.
Deze planten blijven laag en bedekken de grond zodat er minder onkruid
groeit.
Er zijn veel verschillende soorten bodembedekkers met veel verschillende
kleuren bloemen. Denk aan maagdenpalm, zenegroen, enzovoorts. Vraag bij het
tuincentrum om advies of zoek informatie op internet.
Kies bij voorkeur bodembedekkers die het hele jaar door groeien. Hierdoor
hoef je de tuin op deze plekken meestal maar een keer per jaar onkruidvrij
te maken. Behalve dat het je energie bespaart levert dit ook nog eens een
grote biodiversiteit op. Wel is het zo dat het wieden tussen bodembedekkers
lastig is en als je blind moet werken is het eigenlijk niet te doen. Vraag
in dat geval hulp aan bijvoorbeeld familie, vrienden, of vrijwilligers.
Hoe kan ik de tuin bemesten?
Als je je moestuin gaat bemesten kan je het beste organische mest kopen in
korrelvorm. De korrelvorm zorgt ervoor dat je de mest makkelijk “op gevoel” kunt
uitstrooien.
Planten in potten en bakken
Als je planten in potten en bakken verzorgt is het belangrijk om de planten
regelmatig water en mest te geven. Er is mest te koop die je maar één keer hoeft
toe te voegen en die daarna het gehele seizoen mest afgeeft.
Hoe kan ik het gras maaien?
Voordat je het gras gaat maaien is het raadzaam om een vaste volgorde te
bedenken waarin je dat wilt gaan doen. Bijvoorbeeld van voor naar achter of van
links naar rechts. Op deze manier weet je na het maaien zeker dat je overal
geweest bent. Probeer zelf te ontdekken of het maaien in de lengte of in de
breedte prettiger is voor jou. De kantjes van het gazon kun je op je knieën
knippen met een grasschaar. Maak hierbij gebruik van een kniekussen of matje.
De tuinkalender
Om goed bij te kunnen houden welk onderhoud waar en wanneer nodig is kun je een
tuinkalender gebruiken. Hierin noteer je welk klusje je wanneer moet doen. Je
kunt hiervoor een bestaande kalender gebruiken. Een andere
manier
is om je klussen in te spreken op een memorecorder of
iPhone.
Apps en websites
Door middel van een zoekfunctie op een website of een app zoals de toegankelijke
Mijntuin app kun je uitgebreide informatie over tuinplanten opzoeken,
bijvoorbeeld wanneer ze bloeien en hoe je deze planten moet verzorgen. Meer
informatie over Mijntuin
app.
Ook zijn er apps die planten kunnen herkennen. Verwacht geen wonderen, maar de
gratis en toegankelijke objectherkenner Google
Lens
kan bijvoorbeeld al heel wat veel voorkomende planten voor je herkennen. Er zijn
ook andere
plantherkenningsapps
zoals Plantnet die speciaal voor dit doel zijn gemaakt. De toegankelijkheid van
deze apps varieert.
Je planten binnenshuis verzorgen
Tenslotte nog een paar tips voor als je ook binnenshuis optimaal van je planten
wilt kunnen genieten.
Elke plant heeft andere verzorging en onderhoud nodig. Bij het aanschaffen
van kamerplanten is het raadzaam om planten te kiezen je die gemakkelijk
kunt onderhouden. Laat je hierover goed informeren, bijvoorbeeld in een
tuincentrum.
Als je planten gaat verzorgen is het belangrijk om structuur aan te brengen.
Je kunt bijvoorbeeld de planten een keer per week op een vast tijdstip een
vaste hoeveelheid water geven. Om goed te kunnen bepalen hoeveel water je
geeft, kun je gebruik maken van maatbekertjes of een plantendispenser. Een
plantendispenser is een waterbol die je in de aarde naast de plant kan
plaatsen. Het voordeel van deze bol is dat de plant nu zelf bepaalt wanneer
deze water nodig heeft.
Mocht je gebruik kunnen maken van contrasten, kies dan voor een gieter die
een contrasteert met de kamerplanten zodat je beter kunt zien of je in de
pot schenkt.
Dode blaadjes kun je op de tast vinden en verwijderen. Ook kun je met voelen
een plant ‘leren kennen’. Je kunt bijvoorbeeld voelen hoe stevig de bladeren
zijn of hoe vochtig de aarde is.
Kom je er niet uit?
Dit artikel gaf je tips over hoe je kan tuinieren en de planten kan verzorgen.
Het gaat hierbij om algemene tips die vaak als prettig worden ervaren maar er
zijn uiteraard ook nog andere tips die wellicht beter bij jou passen. Misschien
heb je wel meer vragen over tuinieren of op het gebied van huishouden. Of heb je
andere vragen over het dagelijks handelen zoals persoonlijke verzorging,
mobiliteit en vrijetijdsbesteding. De ergotherapeuten van Koninklijke Visio
helpen je op professionele wijze met tips en praktische adviezen.
Heb je nog vragen?
Mail naar kennisportaal@visio.org, of bel 088
585 56 66.
Meer artikelen, video’s en podcasts vind je op
kennisportaal.visio.org
Koninklijke Visio
expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen
www.visio.org