Marc Stovers, Koninklijke Visio
Met een schermlezer is Word 2019 voor Windows goed te gebruiken door mensen die
blind of slechtziend zijn. In deze training Microsoft Word
leren
leer je Word geheel met het toetsenbord te bedienen als je gebruik maakt van het
hulpmiddel Jaws, NVDA of Supernova. Je leert aan de hand van korte uitleg en
opdrachten.
De training bestaat uit meerdere delen. In dit deel leer je met meer documenten
werken, speciale tekens of afbeeldingen invoegen, spelling controleren, tekst
uitlijnen of centreren, de regelafstand aanpassen en lijsten maken.
Opmerking: deze training is geënt op de desktopversie van Word, niet de
online variant.
Opmerking: bij enkele hoofdstukken horen oefenbestanden. Het is eerst
raadzaam deze eerst te downloaden.
Download de
oefenbestanden.
Veel succes!
1. Werken met meerdere documenten
In Word kun je meerdere documenten tegelijkertijd geopend hebben. Dit kan handig
zijn, bijvoorbeeld als je stukken tekst van het ene document in het andere wilt
plakken. Eén van deze documenten is dan het actieve document, waarin je werkt.
Wil je snel naar een ander geopend document gaan, dan gebruik je een handige
sneltoets.
Sneltoetsen
Wisselen geopend document : CTRL + F6
Nieuw document maken : CTRL + N
Opdracht
Maak drie documenten en sla ze op onder de naam lente, zomer, en herfst. Zet in
elk document één regel tekst over dat jaargetijde. Sluit de documenten NIET.
Zet nu elk document om de beurt in beeld, en lees je tekst nog eens na.
Zo doe je dat!
Start Word en typ: In de lente worden de dagen steeds langer.
Sla het document op onder de naam Lente, maar sluit het niet.
Druk CTRL + N om een nieuw document te starten.
Typ: In de zomer heb ik lekker lang vakantie.
Sla het document op onder de naam Zomer, maar sluit het niet.
Druk CTRL + N, typ een regel over de herfst en sla de tekst op.
Je hebt nu 3 documenten geopend.
Druk nu CTRL + F6. Je komt weer in de tekst over de zomer.
Druk weer CTRL + F6. Nu wordt lente het actieve document.
Druk weer CTRL + F6. Je bent weer terug in de tekst over de herfst.
Laat alle document nog even open staan.
Is het handig om meer documenten te openen?
Soms wel. Bijvoorbeeld als je tekst wilt kopiëren of verplaatsen naar een ander
document. Of als je tekst en je opdrachten in verschillende documenten staan.
Opdracht
Maak nog een vierde document met de naam Jaargetijden, en kopieer en plak de
teksten van de drie andere documenten hier in.
Zo doe je dat!
Druk CTRL + N om een nieuw document te maken.
Sla het met F12 op onder de naam Jaargetijden.
Schakel met CTRL + F6 naar de tekst Lente.
Selecteer de hele tekst met CTRL + A, en kopieer met CTRL + C.
Schakel met CTRL + F6 terug naar de tekst Jaargetijden.
Plak de tekst met CTRL + V.
Schakel op dezelfde manier naar zomer en herfst en kopieer de tekst naar
Jaargetijden.
Sla de wijzigingen in Jaargetijden op, en sluit alle documenten.
2. Letters met accenten typen
Letters met accenten noemen we ook wel diakritische tekens. Dit zijn tekens die
meestal boven of onder de letter staan. Ze geven de juiste uitspraak van een
letter aan. De bekendste zijn accent aigu ('), trema of accent grave (`),
umlaut ("), accent circonflexe (^).
Voorbeelden van woorden met diakritische tekens:
Accent aigu: Bijvoorbeeld bij het woord één.
Accent grave: Bijvoorbeeld bij het woord misère
Umlaut: Bij het woord Knäckebröd.
Je typt een letter met accent door eerst het accentteken te typen en daarna de
letter. Nadat je ze hebt getypt verschijnt het diakritische teken.
Pas als je beide tekens hebt getypt komen ze op het scherm.
Opdracht
Typ de volgende woorden:
één
blèren
Überhaupt
Enquête
Zo doe je dat!
Typ de apostrof, die je naast de ENTER vindt, en dan de letter e.
Nu heb je de é getypt. Maak het woord één verder af. Druk ENTER.
Nu het woord blèren. Typ eerst de letters b en l.
Typ de accent grave die je boven de TAB toets vindt, en dan de letter e.
Maak het woord blèren verder af, en druk ENTER.
Nu het woord Überhaupt. Typ het aanhalingsteken (dit is SHIFT + APOSTROF),
en dan de hoofdletter U.
Je kunt ook hoofdletters met accenttekens typen. Maak het woord Überhaupt
verder af, en druk ENTER.
Typ nu het woord enquête. De ê je door eerst SHIFT + 6 te drukken om het
dakje te maken, en dan de letter e.
En als ik nu alleen het leesteken wil typen?
Dan typ je meteen na het leesteken een spatie. Typ maar eens een apostrof en
daarna een spatie.
Help, bij mij werkt het niet!
Deze methode werkt alleen als je computer staat ingesteld op de standaard
toetsenbord indeling Verenigde Staten (internationaal). Heb je de instelling
Verenigde Staten moet je bij het typen van het accentteken de CTRL toets erbij
ingedrukt houden. Je typt dan bijvoorbeeld CTRL + ‘ en daarna de letter e. Voor
de Umlaut moet je nu eerst een dubbele punt in plaats van een aanhalingsteken
typen.
Handige tip
Als je niet goed meer weet hoe je een woord met accentteken ook al weer
schrijft, kun je erachter komen door eerst het woord zonder accentteken te
typen. Daarna typ je een spatie en loop je even terug om de spelling te
controleren met het snelmenu. Het juiste woord staat er dan meestal wel bij.
3. Datum invoegen
Er zijn 2 manieren om de datum in te voeren: eenvoudig en uitgebreid.
Sneltoetsen
Datum invoegen : SHIFT + ALT + D
Andere datumnotatie : ALT N,D,A
Andere datumnotatie
ALT, PIJL RECHTS naar tabblad Invoegen
TAB naar Datum en Tijd, ENTER
Let op: Gebruik je Supernova met laptop toetsenbord, druk dan eerst CAPS LOCK +
3 en daarna pas SHIFT + ALT + D. Doe je dat niet, dan start de doclezer van
Supernova die dezelfde sneltoets gebruikt. Met CAPSLOCK + 3 geeft je aan dat je
de sneltoets voor Word bedoelt.
Opdracht
Voeg de datum in. Voeg daarna nogmaals op een nieuwe regel de datum in, maar dan
voluit geschreven met de dag en de maand erin.
Zo doe je dat!
Start een nieuw document en druk SHIFT + ALT + D.
De datum is nu ingevoegd. Hoe is de datum geschreven?
Druk ALT en ga met PIJL RECHTS naar Invoegen. Dit is een opdracht uit het
lint. De n staat voor iNvoegen.
Ga met TAB naar Datum en Tijd en druk ENTER.
Het venster Datum en tijd verschijnt, met een keuzelijst. Loop met PIJL
OMLAAG naar de tweede optie waar de dag en de maand voluit geschreven staan.
Druk ENTER. Controleer of de datum nu voluit is ingevoegd.
Kan ik mijn favoriete datumnotatie laten onthouden?
Ja, dat kan! In het venster Datum en tijd kun je je favoriete datumnotatie als
standaard instellen, zodat deze elke keer wordt ingevoegd als je de datum met
SHIFT + ALT + D invoegt.
Opdracht: datumnotatie permanent wijzigen
Verander de datum en tijdnotatie permanent in de derde optie, waar de maand als
tekst geschreven wordt, maar de dag en het jaar als cijfers.
Zo doe je dat!
Druk ALT en ga met PIJL RECHTS naar Invoegen. Dit is een opdracht uit het
lint. De n staat voor iNvoegen.
Ga met TAB naar Datum en Tijd en druk ENTER. Je kunt ook de letters D en A
achter elkaar indrukken.
Het venster Datum en tijd verschijnt. Loop met PIJL OMLAAG naar de derde
optie waar de maand voluit is geschreven.
Ga met drie keer TAB naar de knop Als standaard instellen, en druk ENTER.
Word vraagt of je het zeker weet. Druk ENTER.
Druk ESCAPE zodat je terugkeert in het document.
Vanaf nu kun je met SHIFT + ALT + D de datum invoeren met volledig
geschreven maand. Controleer dit.
Zet nu op dezelfde wijze de datumnotatie weer terug naar de oorspronkelijke
cijfernotatie. Dit is de eerste optie in de lijst.
Wordt de datum veranderd als ik morgen het document open?
Nee, de datum blijft hetzelfde. Maar als je een datum invoegt, en in het venster
Datum en tijd het aankruisvakje Automatisch bijwerken aankruist, wordt de datum
elke keer bij het openen van je document bijgewerkt.
4. Harde spaties gebruiken
Met een harde spatie zorg je ervoor dat Word een regel niet afbreekt tussen twee
woorden die eigenlijk bij elkaar horen. Een voorbeeld is een geldbedrag met het
valutateken ervoor, zoals € 1.200,--. Het staat dan niet mooi als het euroteken
aan het eind van de regel staat en het bedrag aan het begin van de volgende
regel. Je kunt dit oplossen door na het euroteken een harde spatie te typen, in
plaats van een gewone spatie.
Het euroteken en het bedrag blijven dan bij elkaar op één regel staan.
Andere voorbeelden waar een harde spatie zinvol is zijn voorletters met
achternaam, een postcode of een datum.
Sneltoetsen
Harde spatie : CTRL + SHIFT + SPATIE
Afdrukweergave : ALT, V, F
Afdrukweergave
ALT, PIJL RECHTS naar tabblad Beeld
TAB naar Afdrukweergave, ENTER
Opdracht
Open het bestand Notulen en vervang op de juiste plekken de spatie door een
vaste spatie.
Zo doe je dat!
Open het bestand Notulen.
Lees regel 1 en regel 2. Aan het eind van regel 1 staat: maart, terwijl op
de volgende regel 2007 staat. Deze wil je bij elkaar houden.
Ga met de cursor achter het woord maart staan, en haal de SPATIE weg met
DELETE.
Typ de harde spatie met CTRL+SHIFT+SPATIE.
Controleer of de woorden nu bij elkaar staan. Staat de hele datum nu op
dezelfde regel?
Controleer in de rest van het document de regeleinden om te kijken of er
harde spaties nodig zijn. Staan alle achternamen van de mensen netjes met
hun voorletters op dezelfde regel?
Sla het document op.
Wanneer kan ik het beste nagaan of harde spaties nodig zijn?
Je kunt in Word een document in conceptweergave of in afdrukweergave weergeven.
De afdrukweergave laat zien hoe het document uiteindelijk eruit komt te zien.
Het is daarom verstandig in afdrukweergave je tekst te controleren. Je kunt
afdrukweergave inschakelen door met ALT naar het lint te gaan en daarna de
letters V en F te typen.
Tip: harde spaties meteen typen
In de opdracht heb je achteraf de tekst veranderd. Het is natuurlijk handiger om
meteen tijdens het typen de harde spaties te gebruiken waar ze nodig zijn.
5. Harde afbreekstreepjes gebruiken
Met een hard afbreekstreepje zorg je ervoor dat Word een regel niet afbreekt
tussen twee woorden die eigenlijk bij elkaar horen. Een voorbeeld is een
telefoonnummer: 088-5858585. Het staat dan niet mooi als 088 aan het eind van de
regel staat en de rest van het nummer aan het begin van de volgende regel. Je
kunt dit oplossen door in plaats van het koppelteken een hard afbreekstreepje te
typen, zodat het hele telefoonnummer op één regel bij elkaar blijft.
Sneltoetsen
Hard afbreekstreepje : CTRL + SHIFT + MINTEKEN
Afdrukweergave : ALT, V, F
Opdracht
Open het bestand Computerbedrijf. Ga na wat er mis is aan het einde van regel 3
en het begin van regel 4. Zorg er daarna voor dat het gehele telefoonnummer op
dezelfde regel komt te staan.
Zo doe je dat!
Open het bestand Computerbedrijf.
Lees de tekst. Aan het eind van regel 3 staat: 032-, terwijl op de volgende
regel de rest van het nummer staan. Deze wil je bij elkaar houden.
Ga naar het eind van regel 3, en haal het koppelteken weg.
Typ een hard afbreekstreepje met CTRL + SHIFT + MINTEKEN. Het minteken wordt
ook wel KOPPELTEKEN genoemd.
Controleer of het hele telefoonnummer nu bij elkaar op één regel staat.
Wanneer kan ik nagaan of harde koppeltekens nodig zijn?
Je kunt in Word een document in conceptweergave of in afdrukweergave weergeven.
De afdrukweergave laat zien hoe het document uiteindelijk eruit komt te zien.
Het is daarom verstandig in afdrukweergave je tekst te controleren. Je kunt
afdrukweergave inschakelen door met ALT naar het lint te gaan en daarna de
letters V en F te typen.
Tip: harde koppelteken meteen typen
In de opdracht heb je achteraf de tekst veranderd. Het is natuurlijk handiger om
meteen tijdens het typen de harde koppeltekens te gebruiken waar ze nodig zijn.
6. Een foto of afbeelding van Internet invoegen
Als je een werkstuk maakt moet je soms een plaatje invoegen. Dit kan een los
bestand zijn, maar ook een plaatje op Internet. De computer noemt een plaatje of
foto een afbeelding.
Let op, als je Jaws of NVDA gebruikt moet je voor de volgende opdracht heel even
de muis een stukje verplaatsen. Zorg er dus eerst voor dat je de muis makkelijk
kunt pakken.
Opdracht
Start een document en typ: Hier komt een plaatje. Start het internetprogramma
Google Chrome en ga naar www.eduvip.nl . Zoek een
afbeelding, bijvoorbeeld het logo van Visio of Bartiméus, dat je ergens onderin
de pagina vindt. Kopieer de afbeelding in je Word document.
Als je het niet kunt vinden kun je ook het Eduvip logo gebruiken direct na deze
zin:
Zo doe je dat met Jaws!
Start en nieuw document typ: Hier komt een plaatje.
Start nu Google Chrome en ga naar www.eduvip.nl
Zoek het Visio logo. Deze afbeelding vind je aan het eind van de pagina.
Tip: met de letter g en shift + g kun je snel naar de volgende en vorige
afbeelding springen. Het makkelijkst is om met CTRL + END naar het einde te
gaan en dan met SHIFT + G de afbeelding van Visio te zoeken.
We gaan nu met de rechtermuisknop op de afbeelding klikken. Dit kan ook met
sneltoetsen:
Verplaats de muispijl ofwel de Jaws cursor naar de afbeelding met INSERT +
NUMERIEKE MIN. Werk je met een laptoptoetsenbord, druk dan CAPSLOCK + [
LET OP: met Google Chrome komt de muispijl vaak NIET helemaal goed op het
plaatje terecht maar net er naast. Pak daarom voorzichtig de muis en beweeg
hem een piepklein stukje naar rechts en naar je toe, zodat de muispijl in
het plaatje terecht komt.
Druk de rechtermuisknop in met NUMERIEK STERRETJE. Werk je met een laptop
toetsenbord, druk dan CAPSLOCK +9. Je mag ook de rechtermuisknop indrukken
als je de muis stil kunt houden.
Het snelmenu verschijnt. Kies met PIJL OMLAAG voor de optie Kopiëren, en
druk ENTER. Let op, in plaats van Kopiëren staat er soms Afbeelding opslaan
of een soortgelijke opdracht.
Ga met ALT + TAB naar Word, en plak het logo met CTRL + V.
Zo doe je dat met NVDA!
Start en nieuw document typ: Hier komt een plaatje.
Start nu Google Chrome en ga naar www.eduvip.nl
Zoek het Bartiméus logo. Deze afbeelding vind je aan het eind van de pagina.
Tip: met de letter g en shift + g kun je snel naar de volgende en vorige
afbeelding springen. Het makkelijkst is om met CTRL + END naar het einde te
gaan en dan met SHIFT + G de afbeelding van Bartiméus te zoeken.
We gaan nu met de rechtermuisknop op de afbeelding klikken. Dit kan ook met
sneltoetsen:
Verplaats de muispijl naar de afbeelding met INSERT + NUMERIEKE SLASH. Werk
je met een laptop toetsenbord, druk dan SHIFT + INSERT + M.
LET OP: met Google Chrome komt de muispijl vaak NIET helemaal goed op het
plaatje terecht maar net er naast. Pak daarom voorzichtig de muis en beweeg
hem een piepklein stukje naar rechts en naar je toe, zodat de muispijl in
het plaatje terecht komt.
Druk de rechtermuisknop in met NUMERIEK STERRETJE. Werk je met een laptop
toetsenbord, druk dan INSERT + ]
Het snelmenu verschijnt. Kies met PIJL OMLAAG voor de optie Kopiëren, en
druk ENTER. Let op, in plaats van Kopiëren staat er soms Afbeelding opslaan
of een soortgelijke opdracht.
Ga met ALT + TAB naar Word, en plak het logo met CTRL + V.
Zo doe je dat met Supernova!
Start en nieuw document typ: Hier komt een plaatje.
Start nu Google Chrome en ga naar www.eduvip.nl
Zoek het Bartiméus of het Visio logo. Deze afbeelding vind je aan het eind
van de pagina. Tip: met de letter g en shift + g kun je snel naar de
volgende en vorige afbeelding springen.
We gaan nu met de rechtermuisknop op afbeelding klikken. Dit kan ook met
sneltoetsen:
Druk de rechtermuisknop in met DELETE. Werk je met een laptop toetsenbord,
druk dan CAPSLOCK + 9.
Het snelmenu verschijnt. Kies met PIJL OMLAAG voor de optie Kopiëren, en
druk ENTER. Let op, in plaats van Kopiëren staat er soms Afbeelding opslaan
of een soortgelijke opdracht.
Ga met ALT + TAB naar Word, en plak het logo met CTRL + V.
Je krijgt niet altijd bij elk plaatje een kopieer opdracht. Ook wordt een
plaatje niet altijd goed in Word geplakt. Als dat gebeurt, kies dan in het
snelmenu niet voor Kopiëren, maar voor Afbeelding opslaan, of Achtergrond
opslaan. Je slaat dan de afbeelding eerst even op. Daarna kan je het met
Verkenner kopiëren en plakken in je document. Probeer maar eens uit of het je op
deze manier ook lukt.
7. Een afbeelding vanuit een bestand invoegen
In dit hoofdstuk gaan we ervan uit dat je een afbeelding op je computer hebt
opgeslagen in de map Documenten of in de map Afbeeldingen. Als je dat niet hebt,
vraag dan je docent om er één te plaatsen. Plaatjes zijn bestanden die
verschillende extensies kunnen hebben. De meest voorkomende zijn .png , .jpg ,
.bmp.
Opdracht
Start een nieuw document en typ een regel tekst. Voeg nu het plaatje in dat je
op de computer had opgeslagen.
Zo doe je dat!
Start Word en typ eerst een regel tekst. Druk ENTER.
Open de map Documenten, bijvoorbeeld vanaf je bureaublad. Of druk
WINDOWSTOETS en typ: Documenten. Als je plaatje in de map Afbeeldingen
staat, druk je WINDOWSTOETS en typ je: afbeeldingen.
Selecteer de afbeelding die je in wilt voegen.
Druk SNELMENU, kies Kopiëren en druk ENTER. Je kunt ook de sneltoets CTRL +
C drukken.
Druk ENTER.
Start nu Word en typ een regel tekst gevolgd door een ENTER.
Plak nu het plaatje Druk SNELMENU en kies Plakken om de afbeelding erin te
plakken. Je kunt ook de sneltoets CTRL + V drukken.
Controleer of het plaatje onder de tekst staat.
8. Een afbeelding opmaken
Je kunt van een afbeelding in Word bepalen hoe groot hij moet worden, waar hij
moet staan en of er wel of geen tekst in of om het plaatje heen moet komen. Dit
laatste heet tekstterugloop.
Sneltoetsen
Afbeelding groter maken : SNELMENU, Grootte en positie
Tekstterugloop instellen : SNELMENU, Tekstterugloop
Positie wijzigen : SNELMENU, Grootte en positie, Positie
Naar volgende tabblad : CTRL + TAB
Opdracht: afbeelding groter maken
Open het document Paddenstoelen. Na de titel vind je een afbeelding van een
paddenstoel. Selecteer de afbeelding en maak hem ongeveer twee keer zo klein.
Zo doe je dat!
Navigeer met de PIJL toetsen naar de afbeelding. De afbeelding staat nu net
voorbij de cursor.
Selecteer de afbeelding met SHIFT + PIJL RECHTS.
Druk SNELMENU en ga met PIJL OMHOOG naar Grootte en positie.
Druk ENTER. Het venster Indeling verschijnt.
Druk twee of driemaal TAB zodat je de hoogte kunt veranderen.
Typ de een kleinere hoogte in, bijvoorbeeld 4 centimeter.
Druk tweemaal TAB. De breedte die je nu uitleest is automatisch aangepast,
dus die hoef je niet te veranderen.
Druk ENTER. Je hebt het plaatje kleiner gemaakt!
Kan het ook met de muis?
Als het heel moeilijk is om de afbeelding te vinden kun je ook met de
rechtermuisknop op het plaatje klikken om het snelmenu op te roepen.
Opdracht: tekstterugloop veranderen
Standaard staat de tekstterugloop van een afbeelding op “In tekstregel”. Dit wil
zeggen dat rechts naast het plaatje de tekst op dezelfde regel doorloopt. Je
ziet dus naast het plaatje één regel tekst. Bij een groot plaatje is het mooier
als de hele ruimte naast het plaatje met tekst is gevuld. Zorg er nu voor dat de
tekst ook in deze ruimte doorloopt.
Zo doe je dat!
Navigeer met de PIJL toetsen naar de afbeelding.
Selecteer de afbeelding met SHIFT + PIJL RECHTS.
Druk SNELMENU en ga met PIJL OMHOOG naar Tekstterugloop.
Druk ENTER en kies in het vervolgmenu met PIJL OMLAAG de optie Vierkant.
Hiermee loopt alle tekst om het plaatje heen.
Welke opties zijn er nog meer? De optie Boven en Onder wordt ook veel
gebruikt. Hiermee komt de tekst alleen boven en onder het plaatje staan,
niet links en rechts.
Druk ENTER. Nu staat de tekst om het plaatje heen.
Let op!
Bij sommige tekstterugloopopties zoals Vierkant of Boven en onder kan je
schermlezer daarna mogelijk het plaatje niet meer detecteren. Je hebt dan de
muis nodig om het plaatje te selecteren.
Opdracht: plaatsing veranderen
Het plaatje staat nog helemaal aan de linkerkant. Zet het plaatje meer naar
rechts. Je kunt dit met of zonder muis doen.
Zo doe je dat! – met de muis
Klik met de muis op het plaatje zodat je het selecteert.
Verplaats het plaatje langzaam met de vier PIJL toetsen naar rechts. het kan
helpen om de vergroting van je hulpmiddel even uit te zetten of kleiner te
maken om te zien waar het plaatje komt te staan.
Zo doe je dat! – zonder muis
Als het goed is staat het plaatje uit de vorige opdracht nog geselecteerd.
Zo niet, selecteer het alsnog. Als dat niet meer gaat, ga dan een stap terug
met CTRL + Z en begin opnieuw.
Druk SNELMENU en ga met PIJL OMHOOG naar Grootte en positie.
Druk ENTER. Het venster Indeling verschijnt. Deze heeft 3 tabbladen. Welke
zijn dat?
Ga met CTRL + TAB naar het tabblad Positie.
Druk tweemaal TAB. Je ziet nu een klein getal dat de afstand tot de kantlijn
weergeeft.
Typ het cijfer 2. Je geeft nu aan dat het plaatje 2 centimeter van de
kantlijn moet komen.
Druk ENTER. Het plaatje is nu naar rechts verplaatst.
Als je het kunt zien kun je het plaatje eventueel nog verder verplaatsen met
de vier PIJL toetsen. Probeer ervoor te zorgen dat er links en rechts
evenveel ruimte naast de afbeelding staat.
Als je klaar bent druk je op ESCAPE.
Let op!
De afbeelding is niet altijd goed te selecteren met alleen het toetsenbord.
Kan ik altijd op deze manier de positie veranderen?
Nee, dat kan niet altijd. Of het kan hangt af van de ingestelde optie bij
Tekstterugloop. Bij de standaard instelling “in tekstregel” wordt de afbeelding
als tekst gezien en bepaalt de plek van de afbeelding in de tekst waar deze komt
te staan. Je kunt dan alleen kiezen om de afbeelding ergens anders in de tekst
zetten.
9. Spellingcontrole tijdens typen
Word heeft een woordenboek aan boord: de woordenlijst. Als je een woord typt dat
niet in de woordenlijst van Word staat, ziet Word dit als een spelfout. Er
verschijnt dan een rode streep onder het woord. Je kunt woorden corrigeren
meteen nadat je ze getypt hebt.
Sneltoetsen
Spellingcontrole tijdens typen : Op woord staan, dan SNELMENU
Opdracht
Typ: dit is een spelvout
Ga nu op het laatste woord staan corrigeer dit met het SNELMENU.
Zo doe je dat!
Typ: dit is een spelvout
Typ een spatie. Onder spelvout verschijnt een rode streep. Soms geeft je
hulpmiddel ook een geluid.
Druk PIJL LINKS zodat je in of net achter het woord spelvout staat.
Druk SNELMENU.
Loop met PIJL OMLAAG door de suggesties en opdrachten. Hoeveel suggesties
krijg je?
Kies de juiste suggestie en druk ENTER. Je keert terug in de tekst en het
woord is gecorrigeerd.
Verzin nu zelf een zin waarin je expres spelfouten maakt, en corrigeer ze.
Krijg je altijd de juiste suggestie?
Dat hangt er van af wat je typt. Vaak wel, maar als je teveel fouten tegelijk
maakt snapt Word ook niet meer wat je wou typen. Probeer maar eens uit:
Typ: spelvaut : (dus met een v en met au geschreven).
Typ een SPATIE en ga met PIJL LINKS op het woord staan.
Druk SNELMENU. Staat het juiste woord in de lijst?
Is een rode onderstreping altijd een spelfout?
Nee, dat hoeft niet. Word zet altijd een rode streep als het woord niet in de
woordenlijst staat. Maar dan kan het woord toch goed zijn!
Welke woorden zouden dit kunnen zijn, denk je?
Wordt de rode onderstreping ook afgedrukt?
Gelukkig worden de rode strepen niet afgedrukt op de printer.
Opdracht
Typ je eigen voor- en achternaam, en dan die van een paar vrienden. Wie krijgt
rode strepen?[
Typ een paar namen van bekende merken. Krijg je rode strepen?
Typ de naam van de voetbalclub Roda JC, en nog een paar voetbalclubs. Waar krijg
je rode strepen? En waar niet? Waarom is dat, denk je?
Sluit het document zonder het te bewaren.
10. Eenvoudige spellingcontrole van een document
Behalve spelling controleren tijdens het typen, kun je ook eerst je hele tekst
typen en achteraf op zoek gaan naar spelfouten.
Sneltoetsen
Spelfout zoeken en corrigeren : ALT + F7, ESC, SNELMENU
Opdracht
Open het document Printer. Zoek de spelfouten, en corrigeer ze.
Zo doe je dat!
Open het document Printer en lees het document eerst door.
Druk CTRL + HOME om naar het begin van de tekst te gaan.
Druk ALT + F7. De cursor springt naar de eerste spelfout, en meteen
verschijnt de suggestielijst. Dat is niet zo handig als je wilt weten waar
je in de tekst zit. Daaromm
Druk op ESC om de suggestielijst te sluiten. Je keert terug in de tekst met
de cursor op het woord met de spelfout.
Loop een paar woorden terug en weer vooruit door de tekst om te weten waar
de tekst hier over gaat. Als je een leesregel hebt kun je makkelijker met de
leesregel een stukje teruglezen.
Zet de cursor weer terug in het foute woord, en druk SNELMENU. De
suggestielijst verschijnt weer.
Kies met PIJL OMLAAG het juiste woord en druk ENTER.
Je keert terug in de tekst. Druk weer ALT + F7 en daarna ESC voor het
volgende woord met spelfout.
Werk de hele tekst op deze manier af. Na de melding “de spellingcontrole is
voltooid” druk je op ENTER.
11. Tekst uitlijnen en centreren
Als je tekst typt, begint elke nieuwe regel tekst standaard links op de regel.
Dit heet: “links uitlijnen”. Bij een links uitgelijnde tekst is de linker
kantlijn een strakke lijn, terwijl de rechter kantlijn als het ware gekarteld
is.
Je kunt tekst ook rechts uitlijnen, of centreren. Bij rechts uitlijnen is de
rechter kantlijn een strakke lijn, terwijl de linkerkantlijn onregelmatig is.
Bij centreren staat de tekst in het midden op de regel en zijn beide kantlijnen
onregelmatig.
Sneltoetsen
Links uitlijnen : CTRL+L
Rechts uitlijnen : CTRL+R
Centreren : CTRL+E
Opdracht
Typ de volgende tekst, en zorg dat op elke regel de uitlijning klopt met wat er
in de tekst staat.
Wat ik hier typ is links uitgelijnd.
Deze regel is rechts uitgelijnd.
En deze regel is gecentreerd.
Deze regel is ook gecentreerd.
Zo doe je dat!
Maak een nieuw document, typ de eerste regel, en druk ENTER.
Je gaat nu de tweede regel rechts uitlijnen. Druk CTRL + R.
Typ de tweede regel en druk ENTER.
Nu ga je de derde regel centreren. Druk CTRL + E.
Typ de derde regel en druk ENTER.
De vierde regel neemt de uitlijning van de derde regel over. Die staat dus
al goed. Typ de vierde regel.
Sla het document op onder de naam Uitlijnen.
Kan ik ook achteraf de uitlijning instellen?
Ja, dat kan! Je moet dan eerst de alinea’s selecteren en dan de uitlijning
instellen. Als je maar één alinea wilt veranderen hoef je de tekst niet te
selecteren maar is het voldoende om alleen maar met de cursor in de juiste
alinea te staan.
Opdracht
Maak de hele tekst die je net maakte links uitgelijnd.
Zet daarna de uitlijning weer zoals in de tekstregels staan aangegeven.
Zo doe je dat!
Selecteer de tekst met CTRL + A.
Druk CTRL + L. De hele tekst is links uitgelijnd.
Ga in de tweede regel staan en druk CTRL + R.
Selecteer de derde en vierde regel en druk CTRL + E.
Sla de wijzigingen in het document op.
Sneltoetsen Supernova
Uitlijning controleren : SHIFT + NUMERIEK 0
Uitlijning controleren (laptop) : CTRL + CAPS LOCK + PIJL OMHOOG
Sneltoetsen Jaws en NVDA
Uitlijning controleren : Insert + F
12. Regelafstand
Met de regelafstand bepaal je hoe veel lege ruimte er tussen de tekstregels
komt. De meest voorkomende regelafstand is “enkel”. Wil je extra ruimte tussen
de regels hebben dan kun je de regelafstand wijzigen in bijvoorbeeld anderhalf
of twee. Je kunt de regelafstand per alinea instellen. Dit kun je vooraf doen
voordat je gaat typen, maar ook achteraf door eerst de juiste alinea’s te
selecteren.
Sneltoetsen
Regelafstand enkel : CTRL+1
Regelafstand 1,5 regel : CTRL+5
Regelafstand dubbel : CTRL+2
Opdracht
Typ in een nieuw document onderstaande vijf zinnen en sluit elke zin af met een
ENTER. Zet daarna in elke zin de regelafstand zoals in de zin staat aangegeven.
Sla het document op onder de naam Regelafstand. Hier is de tekst:
Deze zin heeft regelafstand anderhalf.
Ook deze zin heeft regelafstand anderhalf.
Deze zin krijgt nog meer ruimte en krijgt regelafstand 2.
Ook deze zin heeft regelafstand 2.
En de laatste zin heeft weer regelafstand Enkel.
Zo doe je dat!
Start een nieuw document.
Druk CTRL + 5. Nu staat de regelafstand op anderhalf.
Typ de eerste zin en druk ENTER. De tweede zin krijgt automatisch
regelafstand anderhalf, dus die staat al goed.
Typ de tweede zin en druk ENTER.
Druk nu CTRL + 2 om de regelafstand op twee te zetten.
Typ de derde en vierde zin, en sluit af met ENTER.
Zet de regelafstand met CTRL + 1 weer naar Enkel, en typ tenslotte de
laatste zin.
Sla het document op onder de naam Regelafstand.
Opdracht: regelafstand achteraf wijzigen
Soms is het makkelijker om achteraf de regelafstand te veranderen. Open het
document Regelafstand en zet alle zinnen weer op afstand Enkel.
Zo doe je dat!
Open het document Regelafstand.
Druk CTRL + A om de hele tekst te selecteren.
Druk CTRL + 1.
Sluit het document maar bewaar de wijzigingen NIET.
13. Opsommingtekens
Opsommingtekens gebruik je om een aantal onderwerpen onder elkaar in een lijst
te zetten. Je ziet dan op elke regel een opsommingsteken, gevolgd door het
onderwerp. Je kunt allerlei symbolen als opsommingsteken kiezen, maar de ronde
stip of het koppelteken zijn het makkelijkst met het toetsenbord in te voeren.
Sneltoetsen
Opsommingsteken typen : STERRETJE (SHIFT + 8)
Nieuwe regel met opsommingsteken : ENTER
Nieuwe regel zonder opsommingsteken SHIFT + ENTER
Opdracht
Typ de volgende tekst, met op elke regel een ronde stip als opsomming:
Boodschappenlijst
aardappels
wasmiddel
sinaasappels
Zo doe je dat!
Maak een nieuw document, typ Boodschappenlijst en druk ENTER.
Typ het leesteken STERRETJE, door SHIFT + 8 te typen.
Typ een spatie en typ: aardappels. Word heeft nu van het sterretje een
opsommingsteken met ronde stip gemaakt.
Druk ENTER. Word snapt wat je wil doen en zet in de nieuw gemaakte regel al
een opsommingsteken.
Typ: wasmiddel.
Druk ENTER en typ: sinaasappels.
Druk ENTER. Op de lege regel staat nu een opsommingsteken.
Druk tweemaal BACKSPACE. Hiermee verwijder je het opsommingsteken zodat je
weer op de “normale” manier verder kunt typen.
Opdracht: inspringen zonder opsommingsteken
Voeg nu na aardappels drie regels ZONDER opsommingsteken in met op elke regel
één soort groenten. Gebruik de sneltoets SHIFT + ENTER, zodat de tekst netjes in
de lijst onder de andere tekst komt te staan.
Zo doe je dat!
Ga precies achter het woord aardappels staan, aan het eind van de regel.
Voeg met SHIFT + ENTER een regel ZONDER opsommingsteken in.
Typ: Tomaten.
Druk SHIFT + ENTER en typ: Prei.
Druk SHIFT + ENTER en typ: Bloemkool.
Controleer of de drie groenten geen opsommingsteken hebben.
Sla het document op onder de naam Boodschappenlijst.
Opdracht: lijst met koppelteken
Het koppelteken wordt ook vaak als opsommingsteken gebruikt. Maak een lijst van
3 verschillende sporten en gebruik als opsommingsteken het koppelteken (ofwel
het minteken).
Zo doe je dat!
Maak een nieuw document, typ Sporten en druk ENTER.
Typ het MINTEKEN.
Typ een spatie en typ: voetbal.
Druk ENTER en typ: zwemmen.
Druk ENTER en typ: handbal.
Druk ENTER en typ tweemaal BACKSPACE om het opsommingsteken op deze regel
weg te halen.
Sla het document op onder de naam Sporten.
14. Genummerde lijsten
In een genummerde lijst zet je een aantal onderwerpen in een lijst genummerd
onder elkaar. Een voorbeeld is een top 10. Het maken van zo’n lijst lijkt veel
op het maken van een lijst met opsommingstekens.
Sneltoetsen
Genummerde lijst starten : Cijfer 1, daarna een PUNT en SPATIE
Nieuwe regel in genummerde lijst ENTER
Opdracht
Typ: Mijn favoriete instrumenten. Maak op de drie volgende regels de top 3 van
je favoriete muziekinstrumenten. Begin elke regel met het volgnummer.
Zo doe je dat!
Maak een nieuw document, en typ: Mijn favoriete instrumenten.
Typ het cijfer 1, typ daarna een PUNT en dan een SPATIE. Word snapt wat je
wil doen en laat automatisch de tekst als lijst inspringen.
Typ: Gitaar.
Druk ENTER. Word heeft het goed begrepen en laat de nieuwe regel al
automatisch met het cijfer 2 beginnen.
Typ: Drumstel.
Druk ENTER en typ: Viool.
Druk ENTER. Op de lege regel staat nu een vier. Dat willen we niet, want de
lijst is nu klaar.
Druk driemaal BACKSPACE Hiermee verwijder je de automatische nummering zodat
je weer op de “normale” manier verder kunt typen.
Opdracht: regels invoegen zonder nummering
Voeg onder de regel met gitaar twee regels ZONDER opsommingsteken in met op elke
regel één soort gitaar. Gebruik de sneltoets SHIFT + ENTER, zodat de tekst
netjes in de lijst onder de andere tekst komt te staan.
Zo doe je dat!
Ga precies achter het woord gitaar staan, aan het eind van de regel.
Voeg met SHIFT + ENTER een regel ZONDER opsommingsteken in.
Typ: Spaanse gitaar.
Druk SHIFT + ENTER en typ: Elektrische gitaar.
Sla het document op onder de naam Muziekinstrumenten.