Visio kennisportaal maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies om de inhoud af te stemmen op uw wensen, verbeteringen aan te brengen, maar ook om de koppeling met social media eenvoudiger te maken.

Live support
Het spijt ons, de support is op dit moment niet beschikbaar.
Contrast aanpassen Zoekvenster sluiten Menu openen

Overzicht meest voorkomende muziektermen

Geplaatst op 3 juli 2022

Jorien Habing, Koninklijke Visio

Muzieksymbolen

In deze handout vind je een overzicht van de belangrijkste muziektermen en wat ze inhouden. Ook vind je de definitie van de alternatieve methodes voor bladmuziek die bij Koninklijke Visio zijn ontwikkeld.

Je kunt deze lijst als behandelaar of begeleider gebruiken als hand-out bij het beantwoorden van muziekvragen, of wanneer je meer te weten wilt over reguliere of alternatieve muzieknotatie.

1. Akkoord en akkoordsymbolen = een akkoord is een samenklank bestaande uit minimaal drie verschillende noten. Akkoorden kunnen in eerste instantie majeur of mineur zijn. Simpel gezegd klink majeur vrolijk en mineur droevig. Akkoorden worden vooral in gitaarmuziek in symbolen genoteerd. Majeur akkoorden als bijvoorbeeld C (het C akkoord) en mineur akkoorden met de toevoeging m zoals bijvoorbeeld Cm (C mineur).

2. Akkoordschema = vooral popliedjes worden vaak weergegeven met akkoordsymbolen, je ziet dan het akkoordschema van een liedje. Boven de liedtekst worden dan de akkoordsymbolen genoteerd en kan het liedje meegespeeld of gezongen worden.

3. Articulatie = dit zegt iets over hoe muziek gespeeld moet worden. Bijvoorbeeld legato (gebonden) waarbij er een boog over de noten genoteerd wordt of bijvoorbeeld staccato (kort) waarbij er puntje boven de noot genoteerd wordt.

4. Auditieve methode = een door Visio ontwikkelde methode om non visueel en dus geheel auditief muziek te kunnen instuderen. Binnen Visio bestaan vier auditieve methodes voor verschillende instrumenten ontwikkeld op het Loo erf. Deze vier zijn de keyboardmodule, de gitaarmodule, de pianomodule en de drummodule. De methode werkt volgens een systeem waarbij een muziekstuk wordt opgesplitst in korte zinnen. Na een track met het klankvoorbeeld wordt vervolgens per zin de notennamen en eventuele vingerzettingen genoemd. Voor piano wordt eerst de rechterhand ingesproken, vervolgens de linkerhand en tot slot beide handen tegelijkertijd. Voor het direct opnemen tijdens bijvoorbeeld een gitaar of pianoles wordt gebruik gemaakt van de iphone, ipad, milestone of memorecorder.

Ga naar meer informatie over de auditieve methode.

5. Bladmuziek = traditionele vorm van muzieknotatie, het notenschrift.

6. Braillemuziek = het traditionele notenschrift kan worden omgezet naar braille. De noten C, D, E, F, G, A, B, C worden in braille de letters D, E, F, G, H, I, J, D. Alle details die je in het traditionele muziekschrift kan noteren kunnen ook in braille worden weergegeven.

7. Capo = een capo is een klem voor de gitaar die op de hals kan worden gezet. Deze komt dan op een fret te zitten waardoor alle noten hoger klinken. Voor liedjes met een moeilijke toonsoort is het dan eenvoudiger spelen, de gitarist zet de klem op zijn gitaar en speelt vervolgens in een makkelijkere toonsoort.

8. Dynamiek = onder de notenbalk wordt met de termen (van zacht naar hard) PP (pianissimo), MP (mezzopiano), MF (mezzoforte), F (forte), FF (fortissimo) aangegeven hoe hard een passage gespeeld moet worden. Diverse tekens onder of boven noten(passages) geven aan of geleidelijk hard of zacht gespeeld moet worden, of dat een noot direct hard of zacht moet worden aangezet.

9. Frasering = net als lezen en spreken speel je in muziek ook bepaalde ‘zinnen’ noten die bij elkaar horen en dat je pauze/ademhaalt op aangegeven momenten. Met een grote boog over de noten die bij elkaar horen of komma’s na een zin wordt de frasering aangegeven.

10. Herhalingsteken = een teken wat aangeeft dat er een deel van de muziek herhaald moet worden. Een fragment tussen deze tekens II: :II betekent dat het twee keer gespeeld moet worden. Vaak zie je dan aan het eind van het fragment nog een maat met het cijfer 1 erboven gevolgd door een maar met het cijfer 2 erboven. Dit betekent dat je eerst tot en met 1 speelt, vervolgens het fragment herhaalt, 1 overslaat en doorgaat naar de maat met het cijfer 2.

11. Kruisen en mollen = dit zijn tekens om een noot met een halve toon te verhogen of te verlagen. Bij een kruis (#) wordt de toon een halve toon hoger en komen de letters is achter de notennaam. Een c wordt een cis etc. Bij een mol (b) wordt de toon een halve toon lager en komen de letters es achter de notennaam. B wordt bes etc.

12. Letternotatie = door Visio ontwikkeld systeem waarbij het notenschrift is vervangen door een letternotatie. De notennamen C, D, E, F, G, A, en B worden als letters genoteerd. Het ritme wordt genoteerd door gebruik te maken van punten, streepjes en komma’s.

Ga naar meer info over de letternotatie.

13. Maatsoort = muziek wordt geschreven in een maatsoort. Het notenschrift wordt verdeeld in maten. Bij 4/4 zijn dat 4 tellen per maat en spreek je van een vierkwartsmaat. Bij 3/4 zijn dat drie tellen per maat en spreek je van een driekwartsmaat. Zo zijn er verschillende maatsoorten waarvan deze twee het meest worden gebruikt.

14. Metronoom = een apparaat of app die het tempo van de muziek aangeeft in beats per minuut. Zo staat tempo 60 bijvoorbeeld voor 60 beats per minuut.

15. Notenbalk = de notenbalk bestaat uit 5 horizontale lijnen. De ruimte tussen de verticale lijnen is een maat. Muziekinstrumenten die maar 1 stem tegelijk kunnen spelen hebben maar 1 notenbalk nodig. Instrumenten die meerdere stemmen tegelijk kunnen spelen maken gebruik van meerder notenbalken tegelijk, meerdere noten onder elkaar genoteerd op een notenbalk, of akkoorden boven de notenbalk. Dit is bijvoorbeeld zo voor gitaar, piano en keyboard.

16. Partituur = de notatie van een muziekstuk, compositie.

17. Tabulatuur (gitaar tabs) = een systeem voor het aanleren van gitaarmuziek. In plaats van een notenbalk zie je zes lijnen die de snaren van de gitaar weergeven. Door het noteren van cijfers op de lijnen weet de gitarist welke fret op welke snaar ingedrukt moet worden. Ritme wordt niet genoteerd! Een fret is een ijzertje op de gitaarhals.

18. Toonduur/ritme = een noot heeft een bepaalde lengte in tijd. Een hele noot duurt vier tellen, een halve noot twee tellen, een kwartnoot 1 tel, een achtste noot ½ tel en een zestiende noot ¼ tel.

19. Toonhoogte = een noot is in feite een toonhoogte. Elke noot kan zowel laag als hoog gespeeld worden, je spreekt dan over octaafnamen om aan te geven over welke hoogte het gaat. Bijvoorbeeld de noot C, de centrale C is de middelste C op de piano en noemen we C eengestreept. Wil je de C een octaaf hoger spelen dan noemen we dit C tweegestreept, driegestreept etc. De octaafnamen lager dan de centrale C zijn het klein, groot, contra en subcontra octaaf.

20. Toonsoort = een muziekstuk staat meestal in een bepaalde toonsoort. Vooral bij zangers is het van belang te kijken in welke toonsoort een stuk gezongen moet worden, is dat hoog of juist iets lager? Er bestaan twaalf verschillende tonen in ons notensysteem dus zijn er ook twaalf toonsoorten waar een stuk in kan staan.

21. Vingerzetting = bij pianomuziek staat regelmatig genoteerd met welke vinger je een noot moet spelen. Dit wordt aangegeven met een cijfertje onder of boven de te spelen noot.

22. Vioolsleutel en bassleutel = dit zijn tekens die voor aan de notenbalk staan. Hogere noten worden meestal in de vioolsleutel genoteerd en lage noten in de bassleutel.

Meer weten over bladmuziek alternatieven?

Voor wie blind of slechtziend is kan het lezen van reguliere bladmuziek onmogelijk zijn of zoveel energie kosten dat het in de praktijk geen werkbare optie is om muziek te lezen of te studeren.

Op het Visio Kennisportaal vind je een overzicht van alternatieven voor bladmuziek voor mensen met een visuele beperking.

Heb je nog vragen?

Mail naar kennisportaal@visio.org, of bel 088 585 56 66.

Meer artikelen, video’s en podcasts vind je op kennisportaal.visio.org

Koninklijke Visio

expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen

www.visio.org