Een visuele beperking heeft vele praktische gevolgen, bijvoorbeeld voor het
lezen en jezelf verplaatsen. Menigeen kan zich dit wel indenken en hierover is
ook al veel geschreven. Maar er zijn ook gevolgen voor het
sociaal-maatschappelijk functioneren. En voor je gevoelsleven. In columnstijl
bespreekt Wim Pierik een voorval en het psychosociale aspect van blind zijn
daarbij.

Puzzelen
Op het mij vertrouwde station Nijmegen begin ik de trap vanaf het perron af te
lopen. “Meneer”, hoor ik achter mij. Ik houd iets in, probeer over mijn schouder
omhoog te kijken en zeg: “Ja?”.
Het blijft stil. Geconcentreerd daal ik de trap verder af. Op het grote
tussenplateau hoor ik “Kan ik u helpen?” Ik wil mijn standaardreactie geven: ‘Ik
denk dat het wel lukt’. Maar iemand anders bemoeit zich ermee en zegt dat je wel
kunt zien dat ik goed de weg ken. Hier om glimlachend, kom ik in de tunnel aan.
Even verderop realiseer ik me dat het waarschijnlijk beide keren dezelfde
(jonge)man was, die mij aansprak en hulp wilde aanbieden. Doordat ik mijn
aandacht moest verdelen tussen praktische taken en het contact met mensen om me
heen had ik dit niet direct in de gaten. Maar het lijkt logisch en het kan goed
dezelfde jonge stem geweest zijn. Had ik me dit wel meteen gerealiseerd, dan had
ik hem wel iets meer uitleg gegeven.
In de trein naar huis denk ik terug aan onze teamvergadering. Er viel een
stilte, toen ik mijn voorstel deed. Was het zo onverwachts? Of misplaatst wat ik
zei? Wat heb ik gemist? Een collega belt. En hij begint over hetzelfde
onderwerp. Daarom vraag ik bij hem na wat er toen gebeurde. “Ja, het kwam nogal
onverwachts”, bevestigt hij mijn gevoel. “Jij had nog niets over dat onderwerp
gezegd en het zit niet écht in jouw takenpakket.”
Oké, dan had ik het gelukkig toch goed ingeschat. Maar als er een stilte valt,
is dit lastig met zekerheid te zeggen. Dan mis ik duidelijk de non-verbale
communicatie; in dit geval de vragende gezichten.
Zo komt het nogal eens voor dat ik me pas achteraf een volledig(er) beeld kan
vormen van een gebeurtenis. Heel speciaal vond ik dit onlangs bij een autobrand
voor de deur van ons flatgebouw.
Boem! Boem! Horen we ’s morgens vroeg. “Da’s brand!”, roept mijn vrouw direct.
En inderdaad horen wij – en ziet zij – dat er vlak voor onze flat brand is.
Omdat we eerder een autobrand hebben meegemaakt, gaan we ervan uit dat dit weer
het geval is. We bellen de bovenbuurvrouw, zij komt direct naar ons toe en geeft
wat extra informatie. We pakken enkele belangrijke bezittingen bij elkaar en
willen het flatgebouw verlaten. Maar op enkele passen voor de buitendeur voel ik
de hitte al! Daar kunnen we niet meer door. Terug naar ons appartement. De auto
staat onder ons balkon, dus die vluchtweg is ook afgesloten. De bovenbuurvrouw
vertelt dat er mensen op straat zijn en dat de vlammen heel hoog komen. Nu zij
wat paniekerig begint te worden, blijven wij juist rustig. En zo krijg ik het
idee om aan de zijkant de ramen te openen. Buren vragen of we eruit willen.
“JA!”. Ze gaan op zoek naar een ladder; er wordt iets gezegd over matrassen
onder ons raam leggen.
Eindelijk arriveert de brandweer. Nadat ze zijn begonnen met blussen, roept een
brandweerman naar ons: “is er brand binnen?” Dat is niet zo en dat melden we ook
“Blijf dan maar rustig binnen; daar zijn jullie veilig!” Zo komen we met de
schrik vrij. Maar een gevoel van onrust blijft achter, omdat we niet konden
vluchten. Als alles rustig is, lopen we naar beneden en voelen hoe erg de
buitenkant van ons flatgebouw eraan toe is. De buurvrouw meldt dat de ruit in de
voordeur gebarsten is en we voelen er voorzichtig aan. Het hout is nog warm, de
verf is afgebladderd. Later op de dag voelen we dat zelfs de kleppen van de
brievenbussen en de pot met bloemen gesmolten zijn. Dan dringt het nog wat meer
door hoe heet en heftig het was.
De volgende avond raak ik in gesprek met iemand uit de buurt. Hij vertelt wat
hij heeft beleefd en beantwoordt enkele van mijn vragen. Bijvoorbeeld hoe de
brand kon overslaan naar een tweede auto. En of ze nu wel of niet een ladder
klaar hadden gezet. Een andere buurman vertelt dat iemand nog heeft geprobeerd
onze buitendeur te openen.
Zo puzzel ik alles bij elkaar en maak ik achteraf het plaatje van de brand
compleet. Ook komen we in contact met de burgemeester en wordt het ons
duidelijker wat er mis is gegaan met het waarschuwen van de brandweer. Ik denk
dat ik nu een complete puzzel heb, met alle stukjes op hun plaats: de heftigheid
van de brand, het tijdsverloop, de gevolgen voor ons flatgebouw, de bevestiging
dat we er niet uit konden, de acties van de buren om ons te helpen. Veel daarvan
vermoedde ik op het moment zelf, maar miste het totaalbeeld. Iemand waarschuwt
me dat je door dit gepuzzel alsnog achteraf een trauma kunt oplopen. Dus neem ik
op enig moment voor mezelf het besluit dat de puzzel wel klaar is en dat ik het
moet laten rusten.
Dat puzzelen begint misschien wel een beetje een kunst te worden: mijn manier om
om te gaan met gemiste visuele en non-verbale communicatie.
Nog een leuke anekdote: er komt een nieuwe sportschool vlakbij ons huis. Ik ga
ervan uit dat velen al iets op een bord bij het pand of in de krant gezien
hebben. Dus informeer ik ernaar. De één vertelt dat het iets met sporten voor je
hart te maken heeft. De ander vertelt dat het alleen een sportschool voor
vrouwen is. Lastig om nu de puzzel compleet te krijgen. Wat blijkt? De
sportschool heet: Heart for her. Mannen zijn één uurtje per week welkom. Daar
kom ik achter door te Googelen.
Het leven is voor veel mensen een puzzel. Wanneer je slecht of niets ziet, moet
je meer moeite doen om de noodzakelijke puzzelstukjes te verzamelen en op de
goede plek te leggen. En zo jouw beeld van een situatie te verhelderen en je
aannames of vermoedens te toetsen.
Wim Pierik.
Wat Visio kan doen
Dit verhaal van Wim Pierik illustreert mooi wat het ontbreken van de
onmiddellijke visuele informatie voor gevolgen heeft. En met name wat het vraagt
van de cognitieve reconstructie van gebeurtenissen, wat Wim treffend met
puzzelen vergelijkt. Het is duidelijk dat deze actieve beeldvorming van wat er
om ons heen gebeurt meer energie kost dan voor goedzienden.
Ook maakt het verhaal duidelijk dat je onzekerheid, ambiguïteit moet kunnen
verdragen, het gevoel geen echte greep te hebben. Dit doet een beroep op je
coping, je persoonlijke stijl van omgaan met stressvolle gebeurtenissen. Hoeveel
impact het op je heeft hangt in feite af van meerdere factoren zoals je visus,
je vaardigheden, de stevigheid van je coping, en de steun van anderen die je
beschikbaar hebt. Ook de emotionele impact zelf kan weer onrust en energie
kosten.
Koninklijke Visio kan mensen helpen allerlei vaardigheden te trainen zodat je je
bijvoorbeeld optimaal kunt verplaatsen en informatie zo vlot mogelijk
beschikbaar hebt. Daarnaast kan Visio mensen helpen zich bewuster te worden van
hun persoonlijke neigingen en voorkeursstijlen om op problemen te reageren, en
na te gaan of het repertoire van coping stijlen en overtuigingen ook kan worden
bijgesteld en uitgebreid.
In veel gevallen is dit niet nodig, maar als een ervaring erg schokkend was en
de stress in het systeem blijft hangen, kan een psycholoog kijken of die lading
kan worden afgebouwd en de ervaring tot het verleden kan gaan behoren.
Expertisegroep psychosociaal, Koninklijke Visio
Vragen over dit artikel?
Mail naar kennisportaal@visio.org, of bel 088
585 56 66.
Meer artikelen vind je op
kennisportaal.visio.org
Koninklijke Visio is een expertiseorganisatie voor blinde en slechtziende
mensen. www.visio.org