Marc Stovers, Koninklijke Visio

Reaper is een (semi-)professioneel en relatief goedkoop audio bewerkings
programma (DAW) waar je mee kunt opnemen, bewerken of mixen. Reaper is goed
toegankelijk en ook te gebruiken als je blind bent. Ben je schermlezer gebruiker
en wil je kennismaken met muziek mixen, dan is deze handleiding iets voor jou.
Deze handleiding is geschreven voor Reaper (versie 5.7) voor Windows in
combinatie met NVDA, maar ook goed voor Jaws te gebruiken. Ook als je op een Mac
met VoiceOver werkt kun je deze handleiding grotendeels gebruiken. Bedenk dat de
sneltoetsen dan iets afwijken: De hier genoemde ALT toets wordt op de Mac de
OPTION toets, en de WINDOWSTOETS wordt op de Mac de COMMAND toets.
Wat is Reaper precies?
Reaper is een uitgebreid audio bewerkings programma ofwel Digital Audio
Workstation (DAW). Je kunt er (semi-)professionele opnames mee maken, maar het
ook thuis gebruiken voor eenvoudiger toepassingen. Een Reaper licentie is
relatief goedkoop vergeleken met andere DAW software pakketten (circa 60 euro
tenzij je er als professional veel omzet mee maakt). Er is een gratis
probeerversie met volledige functionaliteit.
Reaper kent uitgebreide mogelijkheden voor audio opname, bewerking en gebruik
van effecten. Reaper heeft zelf geen instrumenten (virtual instruments) aan
boord.
Deze handleiding is bedoeld om je op weg te helpen met Reaper, en een indruk te
krijgen van wat audiobewerking eigenlijk is. We gaan uit van gebruik van Reaper
zonder muis, met sneltoetsen en een schermlezer.
Om dit alles te leren ga je zelf een eenvoudig liedje inzingen, bijvoorbeeld
Vader Jacob, en van jouw stem een compleet koor maken.
Het Reaper programma is Engelstalig. Werk je liever met Nederlandstalige
software, dan kun je Audacity overwegen als alternatief. Audacity is gratis en
bedoeld voor eenvoudiger toepassingen in de thuissituatie.
Toegankelijkheid
Om Reaper toegankelijk te maken voor schermlezers is het hulpprogramma OSARA
ontwikkeld. OSARA is beschikbaar voor Windows met NVDA als Apple Mac met
VoiceOver. Gebruik je Jaws, dan is een groot deel van OSARA ook te gebruiken.
OSARA is gratis.
Behalve OSARA kun je de gratis plug-in SWS extension installeren. Hiermee krijgt
Reaper meer functionaliteit en extra sneltoetsen. Installatie is niet
noodzakelijk maar wordt wel aanbevolen.
Reaper website en downloaden
Je kunt alles over Reaper vinden op de Reaper website:
www.reaper.fm
Het programma is als demo te downloaden om 30 dagen uit te proberen. Je kunt een
licentie aanschaffen via het programma of de
website. Daar vind je ook de actuele
prijzen.
Om het programma te downloaden, kies de link Downloads en daarna Reaper 32 of 64
bits variant. Kies bij voorkeur de 64 bits variant.
Lukt het niet, ga dan direct naar de downloadpagina met deze link:
www.reaper.fm/download.php
Kies hier voor de 32 of 64 bits vatriant voor pc of Mac en installeer het
programma.
Opmerking: Reaper is ook als portable software te downloaden en kan dan
volledig vanaf USB stick gestart en gebruikt worden.
Osara downloaden
OSARA is te downloaden vanaf https://osara.reaperaccessibility.com/snapshots/
Op een Windows installeer je het programma op de gebruikelijke wijze.
Werk je met een Mac, volg dan deze instructies:
1.Download en open de OSARA disk image file.
2.Open het bestand "Install OSARA extension.command". Deze opent een terminal
venster. Wacht een paar seconden en sluit het venster met COMMAND + Q.
3.Open het bestand "Replace existing key map with OSARA key map.command". Ook
hier verschijnt een terminal window. Wacht een paar seconden en sluit het
venster met COMMAND + Q.
4.Druk COMMAND + E om de disk image file uit te werpen.
SWS downloaden
Je bent bijna klaar met installeren! Download tenslotte SWS op de downloadpagina
www.sws-extension.org
Microfoon en koptelefoon aansluiten
We gaan opnames maken door ze zelf in te zingen. Om Reaper te leren is de
kwaliteit van je microfoon niet belangrijk.
Manier 1: Sluit een microfoon aan en zet een koptelefoon op.
Als je computer een gecombineerde microfoon- en koptelefooningang heeft, heb
je een splitter nodig om beide aan te kunnen sluiten. Ga hiervoor naar een
audiowinkel. Je kunt ook een USB microfoon gebruiken, die hoef je alleen
maar op een USB poort aan te sluiten.
Manier 2: Je kunt als alternatief ook een oortje met microfoon gebruiken,
deze heeft een gecombineerde aansluitstekker. De opnamekwaliteit is dan
minder maar om te oefenen is dat niet erg.
Manier 3: Als je laptop een ingebouwde microfoon heeft hoef je alleen maar
een koptelefoon aan te sluiten. Ook dan is de opnamekwaliteit matig, maar
dat is nu niet erg.
Reaper starten
Na het starten verschijnt Reaper met een evaluatie scherm.
Als je geen licentie hebt en met de demo versie werkt, ga met TAB naar de knop
Still Evaluating en druk ENTER.
Opmerking: Met de knop Import License Key kun je een licentie invoeren.
Hoe ziet het Reaper scherm eruit?
De indeling van het Reaper scherm lijkt wat op dat van een tekstverwerker.
Bovenin vind je de menubalk die je met ALT kunt benaderen.
Daaronder bevindt zich een balk met een aantal opdracht knoppen.
Het grootste deel van het scherm is nog leeg, Hier komen je audiosporen.
Deze worden ook wel Tracks genoemd. Elk spoor is een brede balk met daarin
de geluidsgolf weergegeven. De tracks staan onder elkaar. Elke track kan
weer uit meerdere items bestaan, wat handig is bij navigeren of het doen van
bewerkingen. Hierover later meer.
Onder het sporenscherm bevinden zich een aantal knoppen om onder meer op te
nemen of af te spelen. Helemaal onderin vind je de statusbalk.
Je eerste opname
Voordat je kunt gaan opnemen moet je een track maken.
Druk CTRL + T om een track te maken.
Voer de naam van de track in en druk ENTER. Als je PIJL OMHOOG drukt hoor je
de naam van de track.
Druk F7 of kies SNELMENU en kies Automatic record-arm when track selected.
Je hoort Armed. Nu is de opnameblokkering voor de track opgeheven. Hierover
later meer.
Druk op R om de opname te starten.
Geef 4 tellen hardop en zing dan het liedje Vader Jacob in.
Stop met SPATIE je opname. Nu kun je kiezen: ENTER om te bewaren, of kies
met TAB een van de andere opties Rename of Delete.
Druk ENTER om te bewaren.
Tip: Je kan met F2 de naam van de track achteraf snel veranderen.
Opname afspelen
Druk CTRL + HOME om de cursor naar het begin van de track te verplaatsen.
Reaper meldt nu de cursorpositie. Je hoort bijvoorbeeld: bar 1, beat 1, 0%.
Reaper deelt je opname in in bars (maten) en beats. Eén bar bestaat bijvoorbeeld
uit 4 beats.
Probeer nu eerst de volgende sneltoetsen uit:
Start/Stop: : SPATIE
Pauzeren en hervatten: : CTRL + SPATIE
Naar begin: : CTRL + HOME of w
Naar einde: : CTRL + END
Eén pixel (heel klein stukje) terug of verder: PIJL LINKS en PIJL RECHTS.
De Edit cursor.
De cursor waarmee je werkt noemt Reaper de Edit cursor. Daarnaast heb je een
Play cursor om af te spelen.
Wanneer je pauzeert of één van de andere navigatie toetsen gebruikt verplaats je
de Edit cursor.
Wanneer je SPATIE drukt speel je af vanaf de Edit cursor positie.
Behalve naar het begon of eind kun je ook met de Edit cursor per bar of beat
navigeren:
Eén bar (maat) terug of verder: : PAGE UP en PAGE DOWN
Eén beat terug of verder: : CTRL + PAGE UP en CTRL + PAGE DOWN
Je positie opvragen: : CTRL + SHIFT + J.
Je positie opvragen in seconden: : CTRL + SHIFT + J, J
Metronoom aanzetten
Je kunt tijdens opnemen of afspelen een metronoom gebruiken.
Metronoom aan of uitzetten : CTRL + SHIFT + M :
Blokkeren van tracks
Je kunt in Reaper tracks blokkeren om te voorkomen dat je ze per ongeluk
wijzigt.
Druk F7 tot je Unarmed hoort. Nu is de track geblokkeerd.
Druk R om de opname te starten. Je krijgt een foutmelding.
We gaan nu niet verder. Druk ESCAPE om de melding te sluiten.
Als je met meer sporen werkt wil je meestal dat je het spoor dat je selecteert
automatisch deblokkeren, terwijl je de andere sporen blokkeert. Je kunt dit in
Reaper instellen:
Druk ALT voor het menu en ga met PIJL RECHTS naar Track.
Ga met PIJL OMLAAG naar Set all tracks to automatic record-arm when track
selected.
Druk ENTER.
Project opslaan
Reaper slaat je opname op in een map. Hierin zet Reaper alle originele opnames,
ingevoerde media bestanden en effecten, en legt vast hoe Reaper dit moet
afspelen. Je originele opnames worden dus niet gewijzigd, maar wordt door Reaper
aan elkaar geplakt, over elkaar gelegd of van een effect voorzien.
Aan het einde van je project ga je het resultaat uitvoeren naar één
audiobestand.
Druk CTRL + S
In het Opslaan Als venster typ je: Vader Jacob.
Druk ENTER.
Sluit Reaper.
Opmerking: Reaper slaat je werk als .RRP file standaard op in de map
Documenten\Reaper Media. In het Opslaan Als venster kun je desgewenst voor een
andere map kiezen.
Project openen
Start Reaper.
Druk ALT om in het File menu te komen.
Ga met PIJL OMLAAG naar Recent Projects en druk PIJL RECHTS.
Kies uit de lijst Vader Jacob en druk ENTER.
Je tweede track opnemen
Je gaat nu opnieuw Vader Jacob zingen, als tweede lid van het koor.
Maak een nieuwe track met CTRL + T en geef deze de naam: Tweede Stem.
Zet de cursor aan het begin.
Druk R om de opname te starten en zing de tweede stem.
Stop de opname met SPATIE en beluister het resultaat!
Track verwijderen en terugzetten
Om een track te verwijderen moet je hem eerst selecteren.
Selecteer indien nodig de tweede track met PIJL OMLAAG.
Druk DELETE.
Controleer of track 2 nu weg is.
Druk CTRL + Z. Hiermee maak je de laatste handeling ongedaan.
Controleer of track 2 nu terug is.
Je derde track maken
Maak het derde spoor door track 2 te selecteren en CTRL + T te drukken.
Nu wordt track 3 onder track 2 geplaatst.
Zing nu de Vader Jacob van het derde koorlid in.
Tip: Met CTRL + ALT + T wordt een nieuwe track altijd onderaan toegevoegd.
Solo en Mute: tracks beluisteren
Als je veel tracks hebt wil je soms één track even kunnen beluisteren, of juist
niet.
Eén track beluisteren heet Solo, een track uitsluiten heet Mute, of Dempen in
goed Nederlands.
Je kunt meerdere tracks op Solo of Mute zetten. Tracks waarbij zowel Solo als
Mute uit staan worden alleen afgespeeld als er geen andere tracks op solo staan.
Je schermlezer vertelt bij elke track of Solo of Mute aan staat.
Ga naar track 2 en druk F6 om Solo aan te zetten.
Speel af, je hoort alleen nog track 2.
Zet met F6 solo weer uit, en ga nu naar track 1.
Zet nu voor track 1 Solo aan en speel af.
Zet Solo voor track 1 weer uit en speel af. Je hoort nu alle tracks weer.
Ga nu naar track 2 en druk F5 om Mute aan te zetten.
Nu is track 2 gedempt. Je hoort nu de andere twee tracks.
Zet met F5 Mute weer uit.
Tip: Solo en Mute werken ook terwijl je afspeelt.
Een effect toevoegen
Je kunt in Reaper meerdere effecten aan een track toevoegen. Reaper kent een
zeer uitgebreide effectbibliotheek, ook is het mogelijk om effecten toe te
voegen.
Wij gaan op track 2 een effect toepassen, waardoor de zanger van track 2 als een
kabouter klinkt.
Selecteer track 2.
Druk F om de effecten van track 2 te tonen. Omdat er nog geen effect is,
laat Reaper je deze eerst toevoegen.
Het dialoogvenster Add Fx to Track 2 scherm verschijnt. Deze bestaat uit een
zoekveld, een boomstructuur lijst met effectgroepen en de lijst met alle
effecten uit de geselcteerde effectgroep. Je kunt hier eens met TAB en PIJL
toetsen doorheen gaan. Er zijn zeer veel effecten; wij gaan een ingebouwd
effect opzoeken met de zoekfunctie.
Zorg dat je weer op het zoekveld terugkomt. Typ: pitch
Druk vijfmaal op TAB, je komt in de lijst met “pitch” effecten. Kies hier
met PIJL OMLAAG de optie JS: Pitch an Octave Up.
Druk ENTER. Nu kom je in het dialoogvenster dat alle effecten van track 2
toont. Er staat nu één effect in de lijst: JS Pitch an Octave Up.
Met TAB kun je nu nog de effect instellingen wijzigen, maar dat gaan we nu
niet doen. Met de knoppen Add en Delete zou je een tweede effect aan de
track kunnen toevoegen, of een effect kunnen verwijderen. Ook dit gaan we
niet doen.
Druk Escape. Je komt nu terug in de track. Het effect is toegevoegd. Je kunt
dit nagaan door met PIJL OMHOOG en PIJL OMLAAG de track opnieuw te
selecteren. Je hoort nu Fx en het gekozen effect.
Speel af en beluister het resultaat.
Met de letter B kun je het effect aan of uitzetten. Probeer dit uit.
Opmerking: Het effect heeft de originele opname niet veranderd maar
wordt er als het ware overheen gelegd. Door B te drukken schakel je de
effecten van een track aan of uit.
Enkele effecten uitgelegd
Bass en Treble: lage en hoge tonen versterken of verzwakken.
Equalizer of EQ: hetzelfde als Bass en Treble maar in plaats van 2 regelaars
zijn er nu veel meer om elk frequentiegebiedje apart te versterken of te
verzwakken.
Compressor: als je opname hele zachte en hele harde passages heeft kun je
hiermee het volume wat meer gelijktrekken.
Echo of Delay: een echo toevoegen.
Reverb: Galm toevoegen.
Fade-in: het volume van nul naar maximaal laten spelen.
Fade-out: het volume van maximaal naar nul laten spelen, bijvoorbeeld aan
het eind van een nummer.
Phaser: Een laser achtig effect aan je opname geven.
Pitch wijzigen: de toonhoogte en / of snelheid veranderen.
Instellingen voor Selecteren
Voordat je gaat selecteren is het handig om eenmalig de volgende instellingen te
maken.
Druk CTRL + P om naar Instellingen te gaan.
Ga met PIJL OMLAAG naar het onderdeel Editing Behavior.
Druk een paar keer TAB tot je bij de optie Move edit cursor to start of time
selection when on time selection change.
Zet de optie met SPATIE aan. Dit zorgt ervoor dat als je het startpunt van
een selectie wijzigt, de edit cursor meebeweegt.
Druk ENTER.
Nu maken we de tweede instelling. Druk weer CTRL + P.
Ga met PIJL OMLAAG of met de letters pl naar Playback.
Ga met TAB naar de optie Stop playback at end of loop is repeat is disabled.
Zet deze optie aan met SPATIE. Dit zorgt ervoor dat als je een selectie
afspeelt het afspelen aan het einde ook stopt.
Selecteren
Behalve een hele track kun je ook een selectie maken, bijvoorbeeld om deze te
bewerken of te verwijderen.
Je kunt de selectie beluisteren, of juist alles behalve de selectie beluisteren.
Dit laatste is handig als je een stuk uit een opname wilt verwijderen.
Als voorbeeld gaan we één zin selecteren. We gaan er nog niets mee doen.
Selecteer track 2 en zet deze op Solo. Zet de effecten uit.
Speel af en pauzeer bij het begin van de tweede zin met CTRL + SPATIE.
Eventueel corrigeer je met PIJL LINKS en PIJL RECHTS de positie.
Tip: om de spraak van NVDA tijdelijk uit te schakelen druk je INSERT + S.
Druk nu [ om het begin van de selectie te markeren.
Speel verder af en druk aan het einde van de zin op ] om het eind van de
selectie te markeren.
Beluister met SPATIE je selectie. De instelling die je eerder maakte zorgt
ervoor dat het afspelen aan het eind gestopt wordt. Omdat de edit cursor is
blijven staan kun je dit zo vaak herhalen als je wilt.
Je kunt nu met ALT + [ en ALT + ] de selectie eind positie met kleine
stapjes terug of verder plaatsen. Met SPATIE beluister je je selectie.
Op dezelfde manier kun je met CTRL + [ en CTRL + ] de selectie begin positie
aanpassen.
We gaan met deze selectie even niets doen. Druk Escape om hem uit te zetten.
Tips:
Bij langere selecties kan het makkelijker zijn om eerst het eindpunt met de
PIJL toetsen te vinden en te markeren en daarna het beginpunt te zoeken, te
markeren en met kleine stapjes te verplaatsen. Omdat je eerst het eindpunt
goed hebt gezet hoef je daarna de selectie niet steeds helemaal af te
luisteren.
Je kunt met CTRL + R ofwel de Repeat functie een selectie herhaald afspelen.
Je kunt ook alles BEHALVE de selectie afspelen. Dit doe je met ALT + SPATIE.
Zorg er wel voor dat je eerst de Edit cursor een stukje voor je selectie
plaatst voordat je afspeelt.
Met Escape hef je een selectie op.
Om de spraak van NVDA tijdelijk uit te schakelen druk je INSERT + S.
Het begin verwijderen
Verwijder het begindeel van je opname waarin je aftelt.
Een handige sneltoets om te gebruiken is SHIFT + HOME. Hiermee selecteer je
alles vanaf de Edit cursor positie tot het begin.
In- en uit faden
Een bekende bewerking op een selectie is in- en uitfaden. Experimenteer hiermee
door een fade in aan het begin en een fade out aan het eind te zetten. Gebruik
de volgende sneltoetsen:
Fade in op selectie : CTRL + ALT + I
Fade out op selectie : CTRL + ALT + O
Het is ook mogelijk om met de SHIFT toets een selectie te maken terwijl je
navigeert. Houd er echter rekening mee dat je niet met SPATIE de selectie af
kunt spelen, omdat er geen markeringen worden gezet.
Kleinere stapjes zetten
Met de PIJL toetsen of de selectie wijzig toetsen kon je de cursor een stukje
opschuiven. Hoe groot dat stukje is hang af van de mate waarin de getoonde
golfvorm wordt ingezoomd. Hoe meer je inzoomt, hoe kleiner de stappen worden.
Horizontaal uitzoomen : SHIFT + ALT + MINTEKEN
Horizontaal inzoomen : SHIFT + ALT + PLUSTEKEN
Je kunt ook met het muiswiel in- of uitzoomen.
Werken met items
Je kunt een track opsplitsen in meerdere items waartussen je kunt navigeren. Ook
kun je bewerkingen doen op elk item, zoals een effect toevoegen, kopiëren of
verwijderen. Als je een item verwijderd blijven andere items op hun plaats
staan.
We gaan Track2 opsplitsen in meerdere items en één item van een effect voorzien.
Eerst verwijderen we het effect dat nu op heel track 2 staat.
Selecteer Track 2.
Druk F. De effectenlijst verschijnt en het Pitch effect staat geselecteerd.
Verwijder het pitch effect met DELETE en ga met ESCAPE weer terug naar de
track.
Zet nu de Edit cursor achter de eerste zin en druk s. De track wordt
gesplitst.
Zet nogmaals de edit cursor achter de tweede zin en druk s. Nu is de track
in drie items gesplitst.
Je kunt nu met CTRL + PIJL RECHTS en PIJL LINKS een item selecteren en het
item afspelen. Probeer dit uit.
Selecteer het tweede item en druk SHIFT + E.
Je kunt nu een effect toevoegen. Voeg het Pitch effect toe zoals je dat
eerder voor de hele track deed.
Alleen het tweede item heeft nu een effect. Controleer dit.
Sla je werk op.
Selecteer volgende item : CTRL + PIJL RECHTS
Selecteer vorig item : CTRL + PIJL LINKS
Splits track : s
Effect aan item koppelen : SHIFT + E
Het is ook mogelijk om items weer samen te voegen
Selecteer met CTRL + PIJL het tweede item.
Druk SHIFT + CTRL + PIJL RECHTS om het derde item erbij te selecteren.
Druk SNELMENU en kies de laatste optie Heal splits in items.
Nu zijn ze samengevoegd. Wat is er met het effect op item 2 gebeurd?
OSARA instellingen
Met CTRL + F12 (of SHIFT + CTRL + ALT + P) kun je in OSARA instellen wat er
continu door je schermlezer gemeld zal worden:
Je eindresultaat renderen
Wanneer je project klaar is kun je het resultaat omzetten naar één audiobestand.
Het proces wordt Rendering genoemd en Reaper kent hierin hier zeer veel
instellingen en mogelijkheden. Wij gebruiken hier de standaard instellingen.
Kies in het menu Bestand de optie Render, of druk CTRL + ALT + R, en druk
ENTER.
In het Rendert o File venster kun je nu een naam invullen.
Ga met TAB naar Output Format en kies je bestandstype naar keuze,
bijvoorbeeld WAV, FLAC of MP3.
Zodra het renderen is voltooid verschijnt een bevestigingsscherm. Je kunt
dit sluiten met Close, maar je kunt ook het bestand afspelen met Launch
File, of in Verkenner tonen met Show in Explorer.
Ga met TAB naar Show in Explorer en druk ENTER. Verkenner wordt geopend en
het bestand staat voor je klaar.
Gefeliciteerd met je werk! Hoe nu verder?
Je hebt nu geproefd aan het mixen van audio. Hoe kun je nu verder met Reaper?
Hieronder vind je tips en de belangrijkste sneltoetsen.
Muziek of andere audiobestanden importeren
Wanneer je een reeds bestaand audiobestand wil importeren om te bewerken of van
extra sporen wilt voorzien, kun je dit importeren in het menu Insert – Media
File.
De audio wordt ingevoegd op de cursor positie. Als je audio als een nieuwe track
wilt invoegen moet je dus eerst een nieuwe track maken en de cursor op de juiste
positie zetten.
Shortcut help: toetsenbord assistentie
Met F12 kun je Shortcut Help aan of uit zetten. Als de optie aan staat krijg je
informatie over elke gewenste sneltoets door deze in te drukken zonder dat er
iets gebeurt.
Sneltoetsen zoeken, wijzigen of toevoegen
Als je een sneltoets niet weet kun je deze opzoeken. Ook kun je alle sneltoetsen
per categorie bekijken, wijzigen of toevoegen.
Druk F4 om in het Actions menu te komen. Hier staan alle opdrachten en
sneltoetsen in een lijst, waar je met TAB naar toe kunt.
Je kunt ook F4 drukken en in het zoekveld een zoekterm typen. Daarna ga je
met Tab naar de lijst en kun je met PIJL OMLAAG door de resultaten lopen.
Je kunt ook zelf sneltoetsen wijzigen of toevoegen. Selecteer de opdracht in
de lijst en ga met TAB naar de lijst Shortcuts for selected action. Hier
staan de sneltoetsen die aan deze opdracht zijn gekoppeld. Als je met TAB en
SPATIE de knop Add activeert kun je in een venster je sneltoets typen en
ENTER drukken. Op dezelfde manier kun je met de knop Delete een sneltoets
verwijderen.
Handige weblinks
Alle genoemde websites zijn Engelstalig.
Een mooie overzichtspagina over Reaper voor gebruikers van schermlezers vind je
op www.reaperaccessibility.com
Een aantal Reaper tutorials en podcasts zijn gratis te vinden.
Ga naar Reaper tutorials op de website van Audio
Pizza
Ga naar Reaper tutorials van Audio Pizza in de iTunes
Store
Er is een Engelstalige Reaper mailinglist (forum) voor gebruikers van
schermlezers. Deze heet Reapers Without Peepers en is te vinden op
http://bluegrasspals.com/mailman/listinfo/rwp
De belangrijkste sneltoetsen
Reaper - de belangrijkste sneltoetsen
Onderstaande sneltoetsen zijn voor Windows. Voor de Mac zijn de meeste
sneltoetsen identiek, waarbij voor de ALT toets de OPTION toets gebruikt moet
worden.
Algemeen
Open project: CTRL + O
Nieuw project: CTRL + N
Opslaan van project: CTRL + S
Voorkeuren instellen: CTRL + P
OSARA instellingen: CTRL + F12
Media importeren: Menu File – Insert Media
Sneltoetsen zoeken (Actions menu): F4
F12 shortcut help = toetsenbord help, uit met F12
Ongedaan maken: CTRL + + Z :
Reaper afsluiten: ALT + F4
Afspelen en navigeren
Start/Stop: Spatiebalk
Pauzeren / hervatten: CTRL + ENTER
Naar begin: CTRL + HOME of w
Naar einde: CTRL + END
Eén pixel (heel klein stukje) terug of verder: PIJL LINKS en PIJL RECHTS.
Eén bar (maat) terug of verder: PAGE UP en PAGE DOWN
Eén beat terug of verder: CTRL + PAGE UP en CTRL + PAGE DOWN
Je positie opvragen: : CTRL + SHIFT + J.
Je positie opvragen in seconden: CTRL + SHIFT + J, J
Horizontaal uitzoomen (=grotere stappen met PIJL): SHIFT + ALT + MINTEKEN
Horizontaal inzoomen (=kleinere stappen met PIJL): SHIFT + ALT + PLUSTEKEN
Opnemen
Opnemen: R
Stop opname: SPATIE
Metronoom aan of uitzetten: CTRL + SHIFT + M
Sporen ( =Tracks )
Nieuwe track: CTRL + T
Naar vorige track gaan: Pijl omhoog
Naar volgende track gaan: Pijl omlaag
Opnameblokkering aan/uit: F7
Tracknaam wijzigen: F2
Geselecteerde track(s) verwijderen: DELETE
Geselecteerde track(s) kopiëren: CTRL + C
Geselecteerde track(s) knippen: CTRL + X
Gekopieerde track(s) plakken: CTRL + V
Audio controle van track
Volume van huidig spoor wijzigen: Shift + G
Balans van huidig spoor wijzigen: Shift + P
Dempen aan/uit van track: F5
Solo afspelen aan/uit van track: F6
Effect toevoegen wijzigen: F
Selecteren
Selecteer alle audio op alle sporen: CTRL + A
Selecteren tot einde track: Shift + END
Selecteren tot begin track: Shift + END
Selectie start positie: [
Selectie eind positie: ]
Selectie afspelen: SPATIE
Alles behalve selectie afspelen: ALT + SPATIE
Start positie een stukje naar links: CTRL + [
Start positie een stukje naar rechts: CTRL + ]
Eind positie een stukje naar links: ALT + [
Eind positie een stukje naar rechts: ALT + ]
Items
Selecteer volgende item: CTRL + PIJL RECHTS
Selecteer vorig item: CTRL + PIJL LINKS
Splits track: S
Effect aan item koppelen: SHIFT + E
Bewerken
Ongedaan maken: CTRL + Z
Opnieuw doen: CTRL + Y
Verwijder selectie: DELETE
Knippen van selectie: CTRL + X
Kopiëren van selectie: CTRL + C
Plakken: CTRL + V
Fade in op selectie: CTRL + ALT + I
Fade out op selectie: CTRL + ALT + O
Renderen
Renderen: CTRL + ALT + R
Heb je nog vragen?
Mail naar kennisportaal@visio.org, of bel 088
585 56 66.
Meer artikelen, video’s en podcasts vind je op
kennisportaal.visio.org
Koninklijke Visio
expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen
www.visio.org