Excel, rekenen met formules zonder muis

Gerard van Rijswijk, Koninklijke Visio

Ben je blind of slechtziend en wil je Excel leren? In dit deel uit de serie Handiger werken met Excel leggen we je uit hoe je in Excel berekeningen kunt maken door formules in te gebruiken, en hoe je die met het toetsenbord (en een spraakhulpmiddel) kunt invoeren. De instructies zijn geldig voor alle versies van Excel voor Windows.

Rekenen met Excel

Excel voor Windows kan gebruikt worden als een rekenprogramma. Je kunt bijvoorbeeld je meterstanden van je elektriciteit bijhouden. Maar ook de opbrengsten en uitgaven die je maandelijks maakt. Berekeningen in Excel komen tot stand via formules die moeten voldoen aan een aantal voorwaarden, zodat Excel de juiste instructies krijgt om de gegevens correct te verwerken.

De meest voorkomende formules zijn een plus- of een minteken, voor optellen en aftrekken, een accent circonflexe (^) voor machtsverheffen, een sterretje ofwel asterix (*) voor een vermenigvuldiging en een slash ofwel schuine streep (/) om een deling uit te laten voeren.

Enkele voorbeelden van formules

=B6+B7

betekent dat de waarde van cel B7 opgeteld moet worden bij de waarde van cel B6.

=A16-V28

betekent dat de waarde van cel V28 afgetrokken moet worden van de waarde in cel A16.

=E5*G10

betekent dat de waarde van cel E5 vermenigvuldigd dient te worden met de waarde van cel G10.

=E5*90

betekent dat de waarde van cel E5 vermenigvuldigd dient te worden met (de constante) factor 90.

=D8/E1

betekent dat de waarde van cel D8 gedeeld dient te worden door de waarde van cel E1.

=C5^3

betekent dat de waarde van cel C5 tot de derde macht verhoogd moet worden. Stel dat in C5 de waarde 8 staat, dan is het resultaat van deze formule: 8x8x8=512.

Een berekening maken met een reeks getallen.

Een veel gebruikte handeling binnen Excel is het optellen van meerdere getallen. We maken dan gebruik van de AutoSOM functie die je activeert door het typen van =som()

Een voorbeeld:

In de cellen B9, B10, B11 en B12 staan 4 getallen. De formule voor de optelling van deze getallen komt in B13 te staan. Typ daar het volgende: =som(B9:B12). Tussen haakjes staan de eerste en laatste cel van de cellen die je op wil tellen, gescheiden door een dubbele punt (:).

Zodra je op ENTER drukt zal de berekening uitgevoerd worden.

Mocht je in een later stadium één van de 4 getallen die in cel B9, B10, B11 en B12 staan moeten veranderen dan zal de uitkomst in cel B13 automatisch aangepast worden!

Excel gebruiken voor statistiek

Naast het optellen, aftrekken, vermenigvuldigen of delen van gegevens kan Excel ook gebruikt worden voor statistiek. Denk dan aan het uitrekenen van een gemiddelde.

=gemiddelde(B18:B20) rekent het gemiddelde van de getallen die in cel B18, B19 en B20 staan.

=max(C18:C20) rekent het hoogste getal die in cel C18, C19 en C20 staan.

=min(D18:D20) rekent het laagste getal die in cel D18, D19 en D20 staan.

=aantal(E18:E20 rekent hoeveel getallen er staan in de cellen E18, E19 en E20.

Heb je nog vragen?

Mail naar kennisportaal@visio.org, of bel 088 585 56 66.

Meer artikelen, video’s en podcasts vind je op kennisportaal.visio.org

Koninklijke Visio

expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen

www.visio.org