Dagelijkse handelingen makkelijker uitvoeren als je slechtziend of blind bent? Mariska en Laurie, ergotherapeut bij Visio, geven in een serie instructies uitleg. In deze aflevering lees je hoe je bankbiljetten en munten kunt herkennen.
Mariska Straalman en Laurie Barents, Koninklijke Visio

Het herkennen en onderscheiden van geld is niet altijd even eenvoudig als je
slechtziend of blind bent. Hoe kun je betalen met contact geld? En waar moet je
op letten bij het pinnen?
In dit artikel vind je tips die je kunnen helpen bij het betalen met contant
geld of met de pinpas. Vind je het lastig en wil je dit liever onder deskundige
begeleiding leren? Dat kan bij Koninklijke Visio. Aan het einde van het artikel
vind je meer informatie.
Hoe kan ik euromunten van elkaar onderscheiden?
De euromunten zijn van elkaar te onderscheiden door de grootte, de kleur en de
rand. Let op, een grotere munt betekent niet dat deze ook meer waard is.
Hieronder staat per euromunt beschreven wat de specifieke kenmerken zijn:
1 eurocent en 2 eurocent
De 1 eurocent en 2 euro zijn nog steeds een wettig betaalmiddel. Maar wanneer je
contant betaalt mogen winkeliers in Nederland het totaalbedrag afronden op 0
cent of 5 cent.
De 1 eurocent en 2 eurocent zijn beiden koper van kleur. Waar de 1 eurocent een
gladde rand heeft, is de 2 eurocent voorzien van een gladde rand met groef
overlangs.
5 eurocent
De 5 eurocent is koper van kleur en heeft een gladde rand.
Soms wordt de 5 eurocent in de volksmond nog een ‘stuiver’ genoemd.
10 eurocent
De 10 eurocent is goudkleurig en heeft een grove kartel rand.
Soms wordt de 10 eurocent in de volksmond nog een ‘dubbeltje’ genoemd.
20 eurocent
De 20 eurocent is goud van kleur en heeft een gladde rand met zeven inkepingen.
50 cent
De 50 eurocent is goud van kleur en heeft dezelfde grove kartels als de 10
eurocent. De beide euromunten verschillen in grootte.
1 euro
De 1 euromunt heeft gouden rand en zilver van binnen. De rand is glad
afgewisseld met fijne kartels.
2 euromunt
De 2 euromunt is zilver en goud van kleur en heeft een fijne kartelrand met
randschrift.
Zijn bankbiljetten van elkaar te onderscheiden?
Bankbiljetten zijn er in coupures van 5, 10, 20, 50, 100, 200 en 500 euro.
Elke coupure heeft een verschillend formaat en kleursamenstelling.
Er zijn oude en nieuwe biljetten in omloop. De nieuwe biljetten hebben op de
voorkant voelbaar schuine streepjes zitten. Deze streepjes zijn bij de nieuw
gedrukte biljetten nog redelijk te voelen, maar bij biljetten die al langer
worden gebruikte en een beetje zijn gekreukeld, is dit erg lastig. Deze methode
wordt dan ook niet aangeraden. Gelukkig zijn er ook andere manieren om biljetten
– en muntgeld – te onderscheiden. We nemen ze een voor een door.
Hulpmiddelen en oplossingen om geld te scheiden
1. De Cashtest
Om je te helpen bij het onderscheiden van munten en biljetten is de cashtest
ontworpen. Met dit hulpmiddel kunnen de munten en bankbiljetten op grootte van
elkaar onderscheiden worden. De cashtest heeft ongeveer de grootte van een
bankpas en je kunt hem openklappen. Munten kun je in een steeds kleiner smaller
wordende gleuf schuiven, en briefgeld kun je over de korte kant van de pas er
omheen vouwen. Doordat elke munt en elk biljet een andere grootte heeft, komen
ze op een ander punt uit. Met tastbare herkenningsteksten en in braille staat
aangegeven om welke munt of welk biljet het gaat.
Ga naar een voorbeeld over de
cashtest.
2. Je oude bankpas
Heb je nog een oude (bank)pas liggen die je niet meer gebruikt, dan kun je die
als alternatief gebruiken. Hier kun je, net als bij de cashtest het biljet
dubbel omheen vouwen. Hoe ver het biljet er overheen komt geeft de waarde van
het biljet aan. Wanneer het om een oude (bank)pas gaat kun je er naar wens met
merkpasta markeringen op aanbrengen, of met een perforator gaatjes in maken.
Let op dat je dit alleen doet met een oude pas die niet meer gebruikt wordt. Bij
een pas die nog gebruikt wordt, is dit niet mogelijk. De merkpasta of
perforaties komen op een plek op de (bank) pas die in de chip- of bankautomaat
verdwijnt. Bij het pinnen van geld of laden van de pas geeft dit problemen.
Een andere oplossing is dat je leert hoever de bankbiljetten over de letters van
je naam, pasnummer en rekeningnummer komen. Een voorbeeld is dat een biljet van
vijftig de letters verder bedekt dan een biljet van twintig enzovoort. Uit de
praktijk blijkt dat de letters en cijfers op de pinpas niet altijd even goed
voelbaar zijn. Deze oplossing is dan ook niet voor elke bankpas geschikt.
3. Meten met je vingers
Ook is er een truc bedacht waarbij je het biljet tussen twee vingers klemt en
daarna zo ver mogelijk naar beneden schuift totdat het de “oksel” tussen je
vingers raakt. Onthoud vervolgens tot hoe ver elk biljet komt. Bijvoorbeeld: een
biljet van tien komt tot de nagelriem van je wijsvinger en het grotere biljet
van twintig komt tot halverwege de nagel van de wijsvinger. Omdat iedereen
andere vingers heeft is de precieze plek van elk biljet voor iedereen anders.
Wil je deze methode gebruiken, bepaal dan waar bij jou de voor elk biljet de
juiste plek.
We leggen deze methode ook uit in een Youtube video. De uitleg die we geven is
ook goed te volgen is als je alleen luistert.
Bekijk de video over bankbiljetten herkennen zonder te
kijken.
4. Loepen en apps
Een ander alternatief is om, als je thuis bent, het biljet onder de
beeldschermloep te bekijken. Ook zijn er apps (bijvoorbeeld de Seeing AI app)
voor je smartphone waarbij je het biljet kunt scannen en die vervolgens
uitspreekt welk biljet het is. Hoewel deze apps goed werken geeft de fabrikant
geen garantie op juiste herkenning. De app kan dit zelfs voor buitenlandse
valuta. De ICT onderzoekers en trainers van Visio kunnen je hierbij verder
adviseren.
5. Je portemonnee aanpassen
Om briefgeld snel terug te kunnen vinden in je portemonnee, kun je briefjes
verdelen over meerdere vakken in je portemonnee. Ook kun je ze bij bijvoorbeeld
twee vakken dubbelvouwen en in de vier hoeken leggen.
Het onderscheid in biljetten kun je ook aanbrengen door verschillende
vouwtechnieken. Je kunt bijvoorbeeld een briefje van vijf euro ongevouwen laten.
Een briefje van tien euro kan één keer (in de breedte) worden omgevouwen en een
briefje van 20 euro kan twee keer worden omgevouwen, een briefje van 50 euro
drie keer enzovoort.
Je kunt ook paperclips gebruiken om je biljetten te merken, bijvoorbeeld een
paperclip om de briefjes van 50 euro in je portemonnee.
Er zijn ook portemonnees verkrijgbaar met meerdere vakken voor geld, de
zogenaamde horeca portemonnees. Vaak zijn deze er ook met ingebouwde
muntenhouders. Het nadeel is dat deze portemonnees vrij groot zijn.
Ga naar een voorbeeld van de horeca
portemonnee.
Bij hulpmiddelenleveranciers zijn specifieke portemonnees te koop met voor elke
munt een apart vakje.
Ga naar een voorbeeld van de
europortemonnee.
Daarnaast zijn er euroboxen verkrijgbaar waar je de munten in kan schuiven zodat
je snel bij de kassa het gepaste geld kan pakken.
Ga naar een voorbeeld van de
eurobox.
Een tip is om bij het betalen aan de kassa de kassière te vragen welk bedrag zij
terug geeft, zodat je het makkelijker kan sorteren. Neem rustig de tijd om het
geld op te bergen. Dit verkleint de kans op fouten bij volgende uitgaven.
Thuis in alle rust sorteren is aan te raden.
Heb je nog vragen?
Mail naar kennisportaal@visio.org, of bel 088
585 56 66.
Meer artikelen, video’s en podcasts vind je op
kennisportaal.visio.org
Koninklijke Visio
expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen
www.visio.org