Renske van Dokkum, Koninklijke Visio

Wil je pitriet vlechten maar heb je een visuele beperking? In dit artikel lees
je hoe je ontspannen kunt genieten van het maken van een mooi werkstuk van
pitriet als je slechtziend of blind bent.
Je gebruikt onderstaand stappenplan om te leren werken zonder je visus te
belasten.
Wil je een andere techniek op de tast leren? Op het Kennisportaal vind je meer
informatie. Ga naar Creatief op de tast – overzicht tips en
instructies.
Kom je er niet uit, of wil je het liever onder deskundige begeleiding leren? Dat
kan bij Koninklijke Visio. Aan het einde van dit artikel vind je meer
informatie.
Tip: deze instructie is ook als audio podcast beschikbaar. Ga naar de
podcast over Pitriet
vlechten.
Wat is pitriet?
Pitriet is een natuurlijk materiaal. Het is de kern van rotan wat in Azië en
West-Afrika wordt gewonnen. Rotan wordt in de fabriek geschild en gesneden. Uit
de kern worden verschillende diktes pitriet gestanst. De repen van de schil
worden als vlechtband gebruikt.
Pitriet vlechten is een oud ambacht. Met pitriet worden vaak functionele
voorwerpen, zoals een broodmand of een dienblad gevlochten. Je kunt je ontwerp
naar eigen idee aanpassen. Combineer bijvoorbeeld met kralen, zeegras of
vlechtband. Ook kun je variaties in het vlechtpatroon aanbrengen. De bodem maak
je van waterbestendig triplex of vlecht je zelf. Je kunt pitriet alleen
verwerken als je het eerst natgemaakt hebt.
Pitriet vlechten is zeer goed te doen als je slechtziend of blind bent omdat het
bestaat uit goed voelbare handelingen. Deze zogenaamde non-visuele en
repeterende handelingen bieden rust en ontspanning. Je werkstuk is niet plat
maar 3D. Dit betekent dat je, je handen er omheen kunt leggen. Zo kun je goed
voelen wat je aan het doen bent. Ook controleer je gemakkelijk of de
verhoudingen naar je zin zijn.
Wat heb ik nodig om pitriet te vlechten?
Materiaal en gereedschap
Triplex bodemplaat
Pitriet dikte 2 mm (vlechtdraden)
Pitriet dikte 2,5 mm (staken)
Boormal met spijker (metalen plaatje met twee pootjes en twee gaatjes. De
afstand tussen de gaatjes is 2 centimeter. De afstand tot de rand is 5 mm.)
Accuboormachine
Houtboortjes 3 mm
Lijmklem
Boorplank
Allesknipper
Twee houtblokken hoogte 15 centimeter
Schilderstape
Grote emmer met wijde opening
Effen theedoek
Schuurpapier korrel 240
Parketlak zijdeglans
Platte kwast
Stappenplan voor het vlechten met pitriet
In deze instructie leer je hoe je een dienblad vlecht.
Stap 1: Gaatjes boren
Klem met de lijmklem de boorplank en de ronde bodemplaat op tafel.
Leg de boormal langs de rand van de bodemplank. De gaatjes liggen op de
plank. Duw met je duim de pootjes van de boormal tegen de rand van de
bodemplank. Zoek met het topje van je wijsvinger naar het eerste gaatje.
Laat de boor er op de tast in zakken. Boor een gaatje. Je kunt voelen
wanneer de boor door de bodemplank heen is.
Zet de spijker in het gaatje. Boor op dezelfde manier nog een gaatje. Je
hebt nu twee gaatjes geboord.
Trek de spijker iets omhoog uit de boormal. Schuif de boormal door tot de
spijker in het volgende gaatje zakt. Boor nu één gaatje. Schuif de boormal
weer door. Enzovoort. Zorg ervoor dat je steeds boven de boorplank boort.
Schuur de gaatjes niet! Dan kun je ze straks gemakkelijker voelen.
Stap 2: Staken knippen en insteken
Knip één staak als mal voor de lengtemaat. Om de lengte van je staken te
bepalen tel je drie dingen bij elkaar op. Vijftien centimeter voor de
onderrand, een variabele lengte voor de hoogte van je werk en vijftien
centimeter voor de bovenrand.
Plak boven-en onderaan de mal een stukje schilderstape. Laat aan het begin
en einde twee vingers ruimte over. Zo herken je de mal snel. En merk je het
op als je per ongeluk een stukje van je mal knipt.
Houd de mal langs de pitriet staak van 2,5 mm dikte. Houd ze gelijk door ze
op je duim te zetten. Pak bovenhands, achter de tweede schilderstape, vast.
Zoek met de allesknipper het einde van de mal en knip.
Leg je bodemplaat op de twee houtblokken van 15 centimeter. Houd je
wijsvinger bovenop de bodemplaat en je duim eronder. Zoek zo een gaatje.
Laat de staak in het gaatje zakken. Trek door tot op de tafel. Enzovoort.
Maak boven je bodemplaat, met elastiekjes, zeven staartjes van de staken.
Dit voorkomt dat de staken uit de bodemplaat vallen wanneer je deze oppakt.
Stap 3: De onderrand vlechten
Vul je emmer met koud water. Laat je werk met de onderkant in het water
zakken. De staartjes wijzen dus naar boven. Zo worden de staken aan de
onderkant soepel genoeg om mee te vlechten.
Haal je werk er na vijftien minuten uit.
Leg je werk voor je neer op een theedoek. Leg de bovenkant naar je toe. Pak
een willekeurige, natte staak. Je vlecht achter twee staken langs naar
buiten. En dan voor twee staken langs naar binnen. Werk van links naar
rechts en pak steeds de volgende staak. Zoek de staken met je vingers
dichtbij de bodemplank.
Als je nog vier staken over hebt trek je de eerste vier boogjes omhoog.
Vlecht nu verder door de eerste vier poortjes.
Stap 4: vlechten met drie draden
Laat je werk ondersteboven drie minuten op het water drijven. Doe ook drie
vlechtdraden in het water. Leg op een willekeurige plek de drie vlechtdraden
naast elkaar tussen de staken.
Je werkt van links naar rechts. Pak de linker vlechtdraad. Trek deze iets
naar links en begin met het tellen van de staken. Sla de vlechtdraad vóór
twee staken langs, om de derde staak heen. Je vlecht dus: vóór twee staken
langs, achter de derde staak. De vlechtdraad eindigt aan de buitenkant.
Je voelt nog steeds drie vlechtdraden op een rij met steeds één staak
ertussen. Pak de vlechtdraad die nu links ligt en doe hetzelfde. Enzovoort.
Je kunt dit helemaal op de tast doen. Je hoeft de staken niet steeds te
tellen. Besef dat je de linker vlechtdraad steeds om de eerste lege staak
die je tegenkomt legt.
Wanneer je linker vlechtdraad te kort wordt hecht je een nieuwe draad aan.
Trek het korte stukje iets naar links. Til het omhoog. Je voelt nu een klein
gaatje onder de draad. Stop daarin het begin van de nieuwe draad. Duw het
gaatje weer dicht. Vlecht verder met de nieuwe draad. Laat het korte stukje
hangen. In je volgende ronde duw je het korte stukje naar links. Duw tegen
het stukje aan. Je krijgt binnenin een lusje. Trek het naar binnen. Nu hangt
het korte stukje aan de binnenkant van je dienblad.
Stap 5: De bovenrand vlechten
Zet het houten blok op de rand van je vlechtwerk. Zo controleer je de hoogte
van je werk. Zorg dat je 15 centimeter staak overhoudt voor het vlechten van
de bovenrand.
Dit doe je hetzelfde als de onderrand.
Stap 6: Knippen en lakken
Als je dienblad goed droog is knip je de uitstekende stukjes staak en
vlechtdraad kort. Hou je duim, aan de buitenkant, over de rand van het
dienblad. Pak een uitstekend stukje riet tussen je wijs- en middelvinger.
Houd je vingers plat tegen de binnenkant van je vlechtwerk. Trek het stukje
riet voorzichtig iets naar links. Knip met je allesknipper het stukje riet
boven je vingers af. Laat de allesknipper daarbij op je vingers rusten. Je
houdt nu nog een kort stukje riet van een vingerdikte over. Vergeet niet om
ook de onderkant van je dienblad te knippen.
Schuur de houten bodem van je dienblad.
Doe een klein bodempje parketlak in een leeg blik. Laat je kwast tot op de
bodem van het blik zakken. Strijk je kwast goed af langs de rand van het
blik.
Houd je kwast tegen de gevlochten onderrand en lak een ronde. Trek daarna
lijnen van boven naar beneden. Je voelt de rand steeds met je kwast.
Draai daarna je werk om en doe hetzelfde aan de binnenkant. Als je hoort dat
je kwast geluid maakt doe je nieuwe lak aan je kwast. Lak met het vlechtwerk
mee. Je kunt een knijper op de rand zetten om te markeren waar je begint en
stopt met lakken.
Lak als laatste de buitenkant op dezelfde manier. Doordat je systematisch
werkt hoef je niet bang te zijn dat je stukken overslaat.
Na vierentwintig uur herhaal je het proces van schuren en lakken.
Systematisch werken
Als je slechtziend of blind bent is systematisch werken van groot belang. Hoe
doe je dit bij het werken met pitriet? Enkele tips:
Leg je materiaal en gereedschap op een vaste plek. Tijdens het werken en bij
het opruimen.
Houd je pitriet gesorteerd op dikte. Zorg dat ze niet door elkaar kunnen
komen. Hang de bossen bijvoorbeeld op vaste kapstokhaakjes aan de muur.
Gebruik plastic bakjes om je geknipte pitriet of kralen te ordenen.
Leg je al geknipte pitriet en afval stukken duidelijk gescheiden weg.
Gebruik een bak met veel vakjes. Geef elk vakje een aparte functie.
Kom je er niet uit?
Het stappenplan pitriet vlechten behandelt slechts de basistechniek. Misschien
heb je meer vragen. Of is het je nog niet gelukt om met je visuele beperking
ontspannen te genieten van het maken van een pitriet werkstuk. Neem dan gerust
contact op met Koninklijke Visio. Je kunt bij Koninklijke Visio Creatieve
Training volgen. Tijdens dit revalidatie onderdeel leer je door het doen van
creatieve activiteiten basisstrategieën om je dagelijks handelen te
vergemakkelijken en je zelfstandigheid te vergroten.
Heb je nog vragen?
Mail naar kennisportaal@visio.org, of bel 088
585 56 66.
Meer artikelen, video’s en podcasts vind je op
kennisportaal.visio.org
Koninklijke Visio
expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen
www.visio.org