Visio kennisportaal maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies om de inhoud af te stemmen op uw wensen, verbeteringen aan te brengen, maar ook om de koppeling met social media eenvoudiger te maken. Lees meer over cookies
Live support
We are sorry, but support is not available at the moment.
Contrast aanpassen Zoekvenster openen Menu openen

Zelf bladmuziek maken met Musescore

Geplaatst op 14 November 2022

Marc Stovers, Koninklijke Visio

Met MuseScore voor Windows kun je muziek componeren in reguliere bladmuziek notatie, of bestaande bladmuziek bewerken. Ook kun je bestaande bladmuziek in verschillende formats invoeren en op verschillende manieren afspelen, of wijzigen. MuseScore is gratis en kan grotendeels ook gebruikt worden door mensen die slechtziend of blind zijn, zonder de muis te hoeven gebruiken. Deze stap voor stap handleiding helpt je op weg zodat je snel met Musescore aan de slag kunt.

Afbeeldingsresultaat voor musescore windows satb
screenshot

Voor wie is deze handleiding?

Deze handleiding is bedoeld om je op weg te helpen met Musescore als je een Windows computer met schermlezer (bij voorkeur NVDA) gebruikt, of als je Musescore met sneltoetsen wil leren bedienen. Musescore is ontwikkeld om een (meerstemmige) partituur in bladmuziek notatie te componeren. Maar ook kan je met Musescore een bestaande partituur afspelen, en dan bijvoorbeeld alleen jouw koorpartij laten horen, of stap voor stap door de noten lopen. We focussen in deze handleiding op het maken van een nieuwe partituur waarbij je de afspeelmogelijkheden vanzelf ook leert.

Ook als je eens wilt ervaren hoe je met een bladmuziek editor werkt is het gratis Musescore een handige keus. Deze handleiding gaat uit van gebruik voor reguliere notatie van bladmuziek in traditioneel notenschrift.

Musescore is grotendeels toegankelijk gemaakt om met schermlezer NVDA te gebruiken. Je kunt er de belangrijkste zaken met het toetsenbord mee invoeren zoals noten, symbolen, herhalingen en tekst. Voor geavanceerde toepassingen kan het zijn dat je de muis nodig hebt.

Wil je Musescore gebruiken om muziek af te spelen, dan kan dat ook. Dit kan in een tempo naar keuze, in zijn geheel of alleen de door jou geselecteerdepartijen, met of zonder metronoom. Ook kun je stap voor stap door de partituur lopen en de noten een voor een afspelen.

Deze handleiding gaat uit van van een Windows 10 laptop met Musescore versie 3.6 en kan bij andere versies mogelijk op onderdelen (enigszins) afwijken.

Wat is MuseScore nog meer?

Musescore is om te beginnen een gratis bewerkingsprogramma voor bladmuziek. Je kunt er bladmuziek mee lezen, afspelen, bewerken of zelf bladmuziek mee creëren.

Musescore werkt met zijn eigen bestandsformaat .mscz maar kan ook (onder andere) de meer gangbare Music XML of Midi bestandsformaten importeren en exporteren. Ook export naar pdf is mogelijk. Het programma is uitgevoerd in verschillende talen waaronder ook het Nederlands.

Musescore heeft een actieve community en een website waarop muziekstukken te downloaden zijn in Musescore, XML, pdf of Midi formaat. Hiervoor kun je een account aanmaken op de website www.musescore.org/nl . Behalve het bewerkingsprogramma voor Windows dat we hier bespreken heeft Musescore ook een app voor Android , iPad of iPhone. Met deze app kun je partituren in Musescore format uit de website of als import bekijken en afspelen, maar je kunt er geen partituren mee maken of bewerken. De app is redelijk toegankelijk voor wie met de schermlezer VoiceOver of Talkback gebruikt.

Het is met Musescore niet mogelijk om papieren bladmuziek te scannen en om te zetten naar een format dat je kunt afspelen of bewerken. Dat kan bijvoorbeeld met notenherkenningssoftware zoals Photoscore. Op het Kennisportaal van Visio vind je hierover meer informatie.

Ga naar het artikel: Bladmuziek scannen en herkennen met Photoscore

Ga naar het artikel: Bladmuziek notenherkenning, de beste apps

Hoe toegankelijk is MuseScore?

Musescore werkt aan toegankelijkheid voor schermlezers en focust zich hierbij op NVDA voor Windows. Andere schermlezers zoals Jaws of VoiceOver op de Mac worden officieel niet ondersteund. De toegankelijkheid met NVDA wordt in elke versie verder verbeterd.

In versie 3 is de toegankelijkheid sterk verbeterd. Je kunt de belangrijkste zaken zonder te hoeven kijken met het toetsenbord invoeren zoals noten, symbolen, herhalingen en tekst. Op deze manier kun je een (eenvoudige) partituur maken. Voor geavanceerde toepassingen heb je soms de muis nodig.

Afspelen kan in verschillende tempi, in zijn geheel of alleen bepaalde partijen, met of zonder metronoom en je kunt ook stap voor stap door de partituur lopen.

Ook kun je Musescore gebruiken om muziekbestanden om te zetten naar een ander bestandsformaat.

Op de website van Musescore vind je meer informatie over toegankelijkheid van Musescore.

Waar kan ik MuseScore downloaden?

Je kunt Musescore gratis downloaden en installeren van de website van Musescore. Behalve voor Windows vind je hier ook de installatiebestanden voor Mac en Linux.

Gebruik de volgende link:

Download Musescore van de website.

Na de Windows download kun je Musescore op je pc of laptop installeren.

Opmerking: De “portable’ versie is bedoeld voor wie het programma vanaf USB-stick wil starten. Deze gebruiken we niet in de handleiding.

1. MuseScore de eerste keer starten

  1. Wanneer je na installatie MuseScore voor het eerst opstart verschijnt er een opstartwizard met een aantal schermen die je kunt doorlopen.

  2. De eerste vraag is of je wil helpen MuseScore te verbeteren. Kies naar wens de knop Ja, verzend anonieme rapporten, of de knop Niet verzenden.

  3. De opstartwizard verschijnt. Ga met Tab naar Volgende en activeer met SPATIE.

  4. Je komt in het scherm waar je de taal in kunt stellen. Standaard is Systeem NL gekozen. Ga met Tab naar Volgende en activeer met SPATIE.

  5. Je komt in het scherm om je toetsenbord in te stellen.

  6. Ga met TAB naar de vervolgkeuzelijst en kies met PIJL OMLAAG de juiste toetsenbordindeling, bijvoorbeeld VS Internationaal.

  7. Loop op dezelfde manier de overige startvensters door.

  8. Als je klaar bent verschijnt het Starthulpscherm Dialoogvenster van MuseScore.

  9. Je komt nu in het hoofdscherm van MuseScore. De titel van dit scherm is: “MuseScore 3 zonder titel.”

2. Hoe ziet het MuseScore scherm eruit?

Het MuseScore scherm lijkt veel op dat van een tekstverwerker. Bovenin vind je de menubalk. Deze kent een klassieke menustructuur die je met ALT en de PIJL toetsen kunt benaderen. Daaronder vind je de knoppenbalk. De meeste opdrachten zijn echter direct met sneltoetsen te geven.

Daarnaast kent Musescore hulpschermen die je met een functietoets kunt tonen of verbergen. Met F10 zet je bijvoorbeeld de mixer aan of uit.

3. Een nieuwe partituur maken

Een nieuwe partituur maak je door met de wizard een viertal schermen te doorlopen.

Het eerste scherm: Titel ingeven

  1. Start Musescore. Het programma verschijnt en toont het starthulpscherm. Dit gaan we niet gebruiken. Druk ESCAPE om het hulpscherm te sluiten.

  2. Als het venster niet is gemaximaliseerd, druk dan Windowstoets + M om dit alsnog te doen. Het is verstandig om Musescore altijd in een gemaximaliseerd venster te gebruiken.

  3. Druk CTRL + N. De partituur wizard verschijnt.

  4. Typ de naam van je partituur, bijvoorbeeld Oefening.

  5. Je kunt met TAB nog meer velden invullen, dit gaan we nu niet doen.

  6. Ga met TAB naar de knop Volgende en druk SPATIE.

Het tweede scherm: Sjabloon kiezen

  1. Een venster met partituur sjablonen verschijnt, de cursor knippert in een zoekvak.

  2. Druk TAB. Je komt in de boomstructuur in de hoofdgroep Algemeen en het eerste subniveau “Kies instrumenten”.

  3. Loop met PIJL OMLAAG tot je bij Koor bent. Dit is de tweede hoofdgroep. Druk PIJL RECHTS om deze groep uit te vouwen en ga met PIJL OMLAAG naar het subniveau SATB. Dit is een koorpartituur met vier zangpartijen zonder begeleiding. We stellen hiermee in dat er vier balken onder elkaar zullen verschijnen: sopraan, alt, tenor en bas.

  4. Ga met TAB naar de knop Volgende en druk SPATIE.

Het derde scherm: Toonsoort en maat aangeven

In dit scherm kun je de toonsoort en het tempo aangeven.

  1. Met PIJL RECHTS en LINKS kun je kiezen uit een aantal toonsoorten. Wij kiezen voor C groot, dus zonder kruisen en mollen. Waarschijnlijk is dit de plek waar je je al bevindt.

  2. Ga met TAB naar Volgende en druk SPATIE.

Het vierde scherm: Maatsoort en tempo aangeven

  1. Met de eerste twee velden kun je de maatsoort ingeven. Voorbeeld: Om een drie achtste maat te maken druk je TAB en typ je in het eerste veld een 3. Daarna druk je TAB en kies in de keuzelijst met PIJL OMLAAG een 8.

  2. Wij gaan werken met een standaard vierkwartsmaat. Vul in beide velden de standaardwaarde 4 in.

  3. Druk TAB. In dit onderdeel kun je desgewenst met SPATIE een opmaat kiezen mocht je partituur niet met een volledige maat beginnen. Wij gaan dit nu niet doen. Als je dit wel zou doen kun je daarna met TAB weer twee velden invullen om de maatsoort van de opmaat aan te geven.

  4. Druk TAB. In het tekstveld kun je het aantal maten van je partituur invullen. Deze laten we staan op de standaardwaarde 32. Je kunt dit aantal achteraf nog wijzigen.

  5. Druk TAB. Hier kun je het tempo handmatig bepalen en laten afwijken van de standaard. Dit is niet verplicht maar gaan we als oefening wel doen. Zet het aankruisvak aan met SPATIE. Druk daarna TAB zodat je het tempo in het tekstveld in bpm (beats per minute) kunt gaan invullen. Vul hier in: 80.

  6. Ga met TAB naar de knop Klaar en druk SPATIE. De partij verschijnt en de focus staat op de eerste balk van de sopraanpartij.

4. Noten invoeren met QWERTY-toetsenbord

Met Musescore kun je direct noten met het toetsenbord invoeren. Je kunt ook een midi keyboard aansluiten, hierover later meer.

Om noten in te voeren kent Musescore de Input Mode, ofwel Stap-notenivoermodus, die je in- of uitschakelt met de letter n. Je behoudt hierbij je cursor positie in de partituur. Als de Stap-notenivoermodus uit staat heet dit de Normale modus. Je kunt dan nog steeds met het toetsenbord noten invoeren of wijzigen, maar niet met de muis of met een MIDI-keyboard. Het is daarom het makkelijkst om altijd met de Stap-notenivoermodus te werken.

Een noot (of rust) voer je in door eerst met een cijfer de duur in te voeren, en daarna met een letter de noot, of de rust. Musescore vult zelf de ontbrekende rusten in de maat in die nodig zijn om de maatduur te laten kloppen met de inhoud.

  1. Druk n om Stap-notenivoermodus aan te zetten. Mogelijk hoor je niets, maar de focus staat nu in de partituur op maat 1.

  2. Druk een cijfer om de notenduur in te stellen, bijvoorbeeld 5 voor kwartnoot. Mogelijk hoor je nu niets.

  3. Druk een c op het toetsenbord, er wordt nu een c ingevoerd. De cursor is nu een positie naar rechts verschoven, zodat je de volgende noot meteen kunt invoeren.

  4. Druk nu een d, een e en weer een c. De eerste maat is ingevoerd.

  5. Met PIJL LINKS en PIJL RECHTS kun je door de partituur wandelen en je noten terugluisteren. Bij elke noot geeft NVDA informatie over de noot.

  6. Met DELETE kun je een noot wissen. Je vervangt hem dan door een rust. Wis als oefening eens de tweede noot (de d), luister of hij weg is en zet hem daarna weer terug.

Tips:

  • Met CTRL + Z kun je de laatste handeling ongedaan maken.

  • Met BACKSPACE kun je de laatste handeling ongedaan maken, bijvoorbeeld invoer of verwijderen van een noot.

  • Met R kun je de laatst ingevoerde noot herhalen.

  • Ben je helemaal de weg kwijt? Druk dan tweemaal ESCAPE en daarna de n. Je staat dan weer in de partituur. Om naar het begin te gaan, speel af met SPATIE, druk HOME en stop met SPATIE.

  • Merk op dat als je in normale modus zit en een noot invoert of wijzigt met het toetsenbord door een letter te drukken, de Stap-notenivoermodus automatisch wordt geactiveerd.

Iets over de ESCAPE-toets

Behalve met de letter n kun je ook met ESCAPE de Stap-notenivoermodus verlaten. Echter als je tweemaal ESCAPE drukt verlies je de focus in de partituur. Je kunt dan weer met de letter n de Stap-notenivoermodus aanzetten en in de partituur komen. Normaliter is dat niet handig en is de letter n de betere optie. Gebruik daarom alleen (tweemaal) ESCAPE gevolgd door een n als noodoplossing als je echt de weg kwijt bent.

Voorlezen van noot en positie

NVDA spreekt bij elke noot informatie uit. Je hoort de toonhoogte, de duur van de noot, en je positie: de stem, de maat, de tel en nummer van de notenbalk waar je in werkt.

Dit wordt ook getoond in de statusbalk. Je kunt dit normaliter laten herhalen met een sneltoets, afhankelijk van de ingestelde toetsbelegging in NVDA. Tijdens het schrijven van de handleiding werkte dit niet. In dat geval kun je een noot verder en weer terug navigeren om de informatie te herhalen.

Statusbalk uitlezen (desktop) : INSERT + END

Statusbalk uitlezen (laptop) : INSERT SHIFT + END

5. Noten wijzigen

Om een noot te wijzigen ga je er eerst met de cursor op staan. Je kunt dan:

Toonhoogte wijzigen : PIJL OMHOOG of PIJL OMLAAG

Octaaf wijzigen : CTRL + PIJL OMHOOG of PIJL OMLAAG

Noot vervangen : Typ de nieuwe noot (of een rust met cijfer 0)

Noot wissen : DELETE (de noot wordt door een rust vervangen)

Bij een sleutel met kruisen of mollen worden herstellingstekens automatisch gezet als je de noot verhoogt of verlaagt.

  1. Maak nu zelf een liedje voor de sopraanpartij, bijvoorbeeld Vader Jacob. Het begin is al gemaakt.

6. Rusten invoeren

Een rust voer je in met cijfer 0, op dezelfde manier in als een noot. Dus je bepaalt eerst de toonduur en typt daarna de NUL.

7. Gepuncteerde noot invoeren

Door een PUNT te typen zet je punctering aan of uit. Elke noot die je daarna invoert is een gepuncteerde noot, totdat je met PUNT de punctering weer uitzet.

Gepuncteerde noot invoeren : PUNT

8. Opslaan en sluiten

Dit gaat op de wijze zoals in de meeste Windows programma’s.

  1. Druk CTRL + S, of kies menu Bestand – Sla op. Typ de naam van je stuk in.

  2. Druk ENTER of kies eerst op de gebruikelijke wijze een andere map, en activeer de Opslaan knop.

  3. Sluit Musescore met ALT + F4.

Musescore slaat je werk op in een eigen bestandsformaat .mczx

Het is ook mogelijk om in een ander bestandsformaat op te slaan zoals Music XML of pdf via menu Bestand – Exporteer. Hierover later meer.

Tip: Om tussendoor je werk op te slaan, gebruik CTRL+S.

Opslaan : CTRL + S

Tussendoor opslaan : CTRL + S

Opslaan Als : Menu Bestand - Opslaan Als

9. Een partituur Openen

Je kunt op verschillende manieren je partij openen:

  • Vanuit Windows Verkenner het bestand selecteren en ENTER drukken.

  • Door Musescore te starten, het starthulpscherm te sluiten met ESCAPE, daarna CTRL + O te drukken en met tweemaal SHIFT + TAB naar de mappenlijst te gaan. Open de juiste map en bestand en druk ENTER om te openen.

  • Door Musescore te openen en de recente partijen op te roepen via het menu Bestand – Open Recent.

Openen : CTRL + O

10. Je partituur afspelen

Met SPATIE kun je afspelen, pauzeren of hervatten.

Tijdens het afspelen kun je met sneltoetsen navigeren, bijvoorbeeld:

Afspelen, pauzeren, hervatten : SPATIE

Afspelen vanaf cursor : SPATIE, indien nodig druk eerst de n

Ga naar begin : HOME

Eén maat vooruit of terug : CTRL + PIJL RECHTS of LINKS

Eén noot vooruit of terug : PIJL RECHTS of LINKS

Opmerking: Tijdens het afspelen gebruikt Musescore een aparte afspeelcursor die met het afspelen meeloopt en blijft staan zodra je pauzeert. De cursor waarmee je navigeert en noten invoert en bewerkt wordt niet verplaatst. Ook wordt de Stap-notenivoermodus uitgezet als je gaat afspelen. Wil je dus opnieuw afspelen vanaf de cursor waarmee je aan het bewerken was, druk dan eerst de n om de Stap-notenivoermodus weer aan te zetten, en daarna pas op SPATIE.

Wil je helemaal vanaf het begin afspelen, start dan eerst afspelen met SPATIE en druk daarna HOME.

Om de cursor waarmee je bewerkt te verplaatsen zijn dit handige sneltoetsen.

Per noot : PIJL LINKS / RECHTS

Per maat : CTRL + PIJL LINKS / RECHTS

Naar een specifieke maat : CTRL + F , typ de maat, ENTER

Naar andere balk : ALT + PIJL OMHOOG / PIJL OMLAAG

Naar begin of einde balk : HOME / END

Opmerking: HOME en END lijken in deze versie niet goed te werken. Je kunt als alternatief drie dingen doen om naar het begin te gaan:

Manier 1:

Houd CTRL + PUNT ingedrukt. Je vliegt nu door de partituur totdat je bij het begin bent.

Manier 2:

Als je partituur groot is, is deze optie handiger:

  1. Druk CTRL + f

  2. typ het cijfer 1 en druk ENTER.

Manier 3:

Bij deze truc maak je gebruik van een selectie.

  1. Typ n om de Stap-notenivoermodus uit te zetten en naar normale modus te gaan.

  2. Druk SHIFT + CTRL + HOME

  3. Druk PIJL LINKS.

Tot nu toe ben je door de noten genavigeerd. Je partituur bestaat echter uit nog meer onderdelen (items) dan alleen de noten. Je kunt in Musescore in detail van item naar item navigeren met de volgende toetscombinaties. Stap-notenivoermodus moet dan uit staan.

Naar volgende item : SHIFT + CTRL + ALT + PIJL RECHTS

Naar vorige item : SHIFT + CTRL + ALT + PIJL LINKS

Naar volgende item (inclusief buiten de balk) : ALT + PIJL RECHTS

Naar vorige item : (inclusief buiten de balk) : ALT + PIJL LINKS

  1. Zet Stap-notenivoermodus uit met de letter n.

  2. Navigeer naar de eerste noot.

  3. Druk nu een paar keer SHIFT + CTRL + ALT + PIJL LINKS. Je hoort nu welke maatsoort en welke sleutel je in je partij hebt staan.

  4. Ga nu op dezelfde manier naar het einde van de eerste maat en probeer de maatstreep te ontdekken.

Opmerking: helaas kunnen niet alle items in een (uitgebreidere) partituur op deze manier bereikt worden.

Opmerking: met deze sneltoetsen blijf je in de notenbalk. Wil je ook door de symbolen of teksten lopen die boven of onder balk staan dan kun je ALT + PIJL LINKS en RECHTS gebruiken.

13. Akkoorden invoeren

Je breidt een noot uit tot een akkoord door de tweede (en vervolgnoten) in te voeren en daarbij SHIFT ingedrukt te houden. Er wordt dan een hogere noot ingevoerd.

Met CTRL + PIJL OMLAAG kun je deze noot een octaaf lager zetten, of met PIJL OMHOOG en OMLAAG wijzigen. Met ALT + PIJL OMHOOG of OMLAAG navigeer je door de noten binnen een akkoord. Let op: als je te ver omlaag navigeert kom je uit op de tweede balk.

Akkoordnoot toevoegen : SHIFT + letter

Akkoordnoot octaaf lager zetten : CTRL + PIJL OMLAAG

Navigeren binnen een akkoord : ALT + PIJL OMHOOG of OMLAAG

Noot verwijderen : DELETE

14. Triolen invoeren

Triool invoeren : selecteer een rust of noot en druk CTRL + 3.

De noot of rust verandert nu in een triool waarbij de eerste noot (als je op een noot stond) al is ingevoerd en de andere twee noten uit een rust bestaan. Je kunt nu met PIJL RECHTS op de gebruikelijke wijze door de triool navigeren en de twee rusten vervangen door een noot, indien gewenst.

Op dezelfde wijze voer je kwartolen (CTRL + 4), quintolen (CTRL + 5) et cetera in.

15. Selecteren, kopiëren, plakken

Om te kunnen selecteren moet je de Stap-notenivoermodus verlaten door de letter n te drukken. Daarna lijkt het selectieproces op dat van tekstverwerken: je begint bij de eerste noot en breidt daarna selectie uit door SHIFT ingedrukt te houden en met de navigatiesneltoetsen naar het einde van je selectie te navigeren. NVDA meldt hierbij de geselecteerde maten maar de noten worden helaas niet afgespeeld.

Het selectieproces kan om deze reden verwarrend zijn, lees daarom de tips die je even verderop onder de sneltoetsen vindt.

Eén noot erbij selecteren : SHIFT + PIJL RECHTS

Eén maat erbij selecteren : SHIFT + CTRL + PIJL RECHTS

Tot einde selecteren : SHIFT + CTRL + END

Eén balk erbij selecteren : SHIFT + PIJL OMLAAG

Alleen een akkoord selecteren : SHIFT + PIJL RECHTS , daarna SHIFT + PIJL LINKS

Eén maat vooraf invoegen : INSERT, of tweemaal als INSERT ook de NVDA toets is.

Maten verwijderen : Selecteer de maten en druk CTRL + DELETE

(let op, de maat wordt er geheel uitgeknipt en alle volgende noten schuiven terug)

Hele partij selecteren : CTRL + A

Knippen : CTRL + X (de selectie wordt gevuld met rusten)

Kopiëren : CTRL + C

Plakken : CTRL + V

Ongedaan maken : COMMAND + Z

Tip: Hoe weet ik of de Stap-notenivoermodus aan of uit staat?

Druk achtereenvolgens SHIFT + PIJL RECHTS en SHIFT + PIJL LINKS. Als je nu Bereik Selectie hoort staat de Stap-notenivoermodus uit en is de eerste noot geselecteerd. Zo niet, druk dan de letter n om de Stap-notenivoermodus aan te zetten en ga verder met selecteren.

Tip om toch je selectie te kunnen “horen”

Er is geen sneltoets om een selectie af te spelen. Je kunt met deze truc niet de hele selectie afspelen maar wel de eerste en de laatste noot rustig met je gehoor bepalen.

  1. Navigeer eerst naar de laatste noot aan het eind van je selectie.

  2. Breid nu de selectie uit naar links, dus met SHIFT + (CTRL + ) PIJL LINKS.

  3. Met SPATIE kun je nu de eerste noten afspelen en het begin van de selectie bepalen. Let op, het afspelen stopt niet bij het einde van je selectie.

Tip: selectie gebruiken om een deel te wissen

Het kan voorkomen dat het niet mogelijk is om een eerder ingevoerde noot een langere duur te geven. De reden hiervoor is als de rest van de maat gevuld is met rusten. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer je noten verwijdert die vervangen worden door rusttekens. Je kunt die ruimte weer vrijmaken door bijvoorbeeld de hele maat eerst te selecteren en daarna te wissen. Daarna kun j de noten opnieuw invoeren.

16. Een enkele partij afspelen of een ander geluid geven

Om je eigen partij goed te kunnen horen en toch de andere partijen erbij te horen kun je het instrument van je eigen partij of het volume wijzigen. Zie de volgende paragraaf “Volume, Solo, Dempen, Balans”.

17. Volume, Solo, Dempen en Balans

Met F10 (of via menu Bewerken) kun je de Mixer aan- en uitzetten. In de mixer kun je regelen hoe elke partij moet worden afgespeeld. Je kunt van elke partij het instrument wijzigen, het volume regelen, partijen dempen (mute) of alleen één partij laten horen (solo).

De mixer is deels met het toetsenbord te bedienen maar dit gaat niet erg makkelijk.

  1. Druk F10. De mixer verschijnt.

  2. Druk vele malen TAB tot je hoort: Selectievakje uitgeschakeld Solo. Je staat nu op de Soloknop voor de sopraanpartij. Als je deze met SPATIE zou indrukken zul je alleen nog de sopraan horen als je afspeelt.

  3. Druk TAB. Je hoort Schuifregelaar. Dit is de knop om het volumebalans tussen links en rechts aan te passen. Dit wordt ook wel panning genoemd. Je wijzigt deze balans met PIJL OMHOOG en OMLAAG. Hoe lager de waarde, hoe meer je het geluid van de sopraan aan de linkerkant zult horen.

  4. Druk TAB. Je hoort Selectievakje uitgeschakeld, Dempen. Dit is de Mute knop ofwel de Dempen knop voor de sopraanpartij. Als je deze aan zou zetten met SPATIE zou je bij afspelen de sopraanpartij NIET horen.

  5. Druk TAB. Je hoort Deelvenster Volume. Dit is de volumeregelaar voor de sopraanpartij die je met PIJL OMHOOG en PIJL OMLAAG kunt aanpassen. Mogelijk zegt NVDA hier niets, zie de opmerking verderop voor een alternatief.

  6. De selectievakjes met nummer 1,2,3 en 4 in de groep Demp stem kun je met TAB overslaan.

  7. Druk TAB tot je weer hoort : Selectievakje uitgeschakeld, Solo. Dit is de Soloknop van de tweede balk, in ons geval de altpartij. Je kunt deze weer desgewenst aanzetten met SPATIE.

  8. Op dezelfde manier kun je van de vier partijen de knoppen Solo, Dempen, balans en volume regelen.

  9. Met F10 sluit je het mixer venster weer.

Opmerking: Als NVDA niks zegt, ga dan met SHIFT + TAB terug naar Schuifregelaar Volume. Let op, er zijn meer schuifregelaars. Met schuifregelaar Volume kun je ook het volume wijzigen met PIJL LINKS en RECHTS. Je kunt ook zoeken naar Draaikeuzeknop Volume en daar het volume als waarde tussen 0 en 100 invoeren.

Opmerking: gebruik Solo en Dempen bij voorkeur niet door elkaar. Wil je één of een paar partijen horen, zet deze dan op Solo. Ben je klaar zet de solo’s weer uit. Wil je juist één of een paar partijen niet horen, werk dan met Dempen.

18. Het instrument van een partij aanpassen

Door de mixer te starten en een van de kanalen aan te klikken met de muis kun je het instrument dat afgespeeld wordt aanpassen. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn als je als zanger of instrumentalist je eigen partij duidelijk wilt onderscheiden van anderen tijdens studeren.

Met het toetsenbord kun je wel de eerste stem aanpassen (sopraan):

  1. Druk F10 zodat de mixer verschijnt.

  2. Druk vele malen TAB tot je hoort: Naar beneden vervolgkeuzelijst, choir aahs, patch stem. Dit laatste wat je hoort is het huidige instrument.

  3. Druk ALT + PIJL OMLAAG en kies in de lijst met PIJL OMLAAG bijvoorbeeld Trumpet. Met ENTER maak je de keuze.

  4. Druk F10 om de mixer te sluiten. Nu is de sopraanpartij duidelijker van de andere partijen te onderscheiden.

19. Het afspeeltempo aanpassen

Het afspeeltempo kun je aanpassen met het afspeelpaneel, dat je met F11 (of het menu Bewerken) aan of uit zet.

  1. Druk F11. Het afspeelpaneel verschijnt.

  2. Ga met TAB naar Afspeelsnelheid Als Percentage. Verander het tempo met PIJL OMHOOG en OMLAAG. Je kunt hier ook direct het nieuwe tempo invoeren als percentage, bijvoorbeeld 200. Je gaat dan tweemaal zo snel afspelen

  3. Druk F11 om het afspeelpaneel te sluiten.

20. Een tempo aanduiding invoeren

Het afspeeltempo dat je in het afspeelpaneel invoert wordt bepaald (in het eerdere voorbeeld 200% sneller) aan de hand van het tempo dat visueel als tempo aanduiding in de partij staat genoteerd. In onze partij is er echter visueel nog geen tempo aanduiding genoteerd. Dit komt omdat het scherm met deze optie bij de aanmaak van de partituur is overgeslagen. Er wordt dan een standaardtempo aangehouden, die we daarna 200% sneller hebben gemaakt.

Je kunt deze visuele tempo aanduiding ook invoeren, zodat deze ook in de partituur te zien is. Houd er dan rekening mee dat NVDA op sommige punten mogelijk niets uitspreekt.

  1. Om verwarring te voorkomen, zet eerst het afspeeltempo in het afspeelpaneel met F11 weer terug naar 100%.

  2. Ga op de eerste noot staan en zet met letter n de Stap-notenivoermodus uit, zodat je in normale modus komt.

  3. Druk SHIFT + ALT + T. Er verschijnt boven de noot een tempo aanduiding met tempo 80 ingevuld. Mogelijk hoor je nu niets!

  4. Nu kun je met PIJL LINKS en RECHTS door het invoerveld lopen en de waarde aanpassen. Als je echter niets hoort: Druk eerst END en daarna tweemaal BACKSPACE om tempo 80 te verwijderen. Typ daarna het nieuwe tempo, bijvoorbeeld 120.

  5. Druk nu ESCAPE om terug te keren naar de partituur in normale modus. Het nieuwe tempo is ingevoerd. Deze tekst is gekoppeld aan de eerste noot, omdat je van daar het tempo hebt ingevoerd.

  6. Speel nu af vanaf deze noot om het tempo te controleren.

Om de tempo aanduiding weer te verwijderen:

  1. Ga weer op de eerste noot staan.

  2. Zet Stap-invoermodus uit zodat je in normale modus komt.

  3. Ga met ALT + PIJL RECHTS naar het eerstvolgende item, in dit geval is dit de tempo aanduiding.

  4. Druk DELETE. De tempo aanduiding is verwijderd.

21. De metronoom en aftellen aanzetten

De metronoom kun je aanzetten met het afspeelpaneel.

  1. Druk F11. Het afspeelpaneel verschijnt.

  2. Ga met TAB naar Metronoom, selectievakje. Schakel deze in met SPATIE.

  3. Ga met TAB naar Metronoom volume, schuifregelaar. Met PIJL OMLAAG en OMHOOG kan je de metronoom harder en zachter zetten.

  4. Als je aan het begin van het stuk eerst een maat wilt laten aftellen, ga dan met SHIFT + TAB terug naar Tel Af, selectievakje, en zet deze aan met SPATIE.

  5. Verberg het afspeelpaneel weer met F11. Nu zal bij afspelen de metronoom meetikken en eventueel eerst aftellen.

22. Lussen herhaald afspelen (loop)

Je kunt een deel van je partituur herhaald afspelen. Dit wordt een lus of in het Engels een loop genoemd. Handig als je een partij aan het oefenen bent! De partituur wordt hiermee niet gewijzigd.

  1. Ga naar de noot die het begin van de lus aangeeft.

  2. Toon met F11 het afspeelpaneel en ga met TAB naar de knop: Beginpositie van de lus. Zet deze aan met SPATIE.

  3. Verberg het afspeelpaneel met F11.

  4. Ga naar laatste noot je in de lus wilt opnemen.

  5. Toon met F11 het afspeelpaneel en ga met TAB naar de knop: Eindpositie van de lus. Zet deze aan met SPATIE.

  6. Druk TAB. Je staat nu op de knop: Schakel ‘speel in een lus af’. Als het goed is, is deze al automatisch aangezet. Zo niet, zet deze aan met SPATIE.

  7. Verberg met F11 het afspeelpaneel.

  8. Als je nu afspeelt met SPATIE wordt de ingestelde lus telkens herhaald.

  9. Om de herhaling uit te zetten: druk F11 en zet de knop “Schakel ‘speel in een lus af’ weer uit met SPATIE. De lus wordt dan verborgen en is niet meer actief. Je kunt hem later eenvoudig weer aanzetten.

  10. Om je de begin- of eindpositie van de lus te wijzigen: navigeer naar de juiste noot, druk F11 en zet de begin- of eindpositie opnieuw met de desbetreffende knop.

23. Transponeren

Voorbeeld: Je hebt een partituur in c majeur, dus zonder kruisen of mollen en wilt deze een hele noot hoger transponeren. Je transponeert dan van c majeur naar d majeur. De partituur krijgt dan twee kruisen op de balk.

Behalve de hele partij kun je in Musescore ook een selectie transponeren.

  1. Je gaat nogal wat wijzigen dus het is aan te raden om eerst je werk op te slaan met CTRL + S.

  2. Zet de normale modus aan met de letter n en selecteer de noten waar het om gaat. Wil je echter de hele partituur transponeren, druk dan een paar keer op Escape om er zeker van te zijn dat je geen selectie meer actief hebt.

  3. Ga met ALT naar het menu en met PIJL RECHTS naar Gereedschappen.

  4. Kies met PIJL OMLAAG de optie Transponeer, en druk ENTER.

  5. Druk tweemaal TAB. Je kunt nu met PIJL OMLAAG kiezen of je omhoog of omlaag wilt transponeren. Er is een derde optie, dichtstbijzijnde, die standaard is geselecteerd en die automatisch voor je kiest of je omhoog of omlaag transponeert. Wij willen omhoog van c naar d, dus deze optie is een prima keus.

  6. Druk TAB, je komt bij de vervolg keuzelijst waar je de toonsoort kunt instellen. Hier staat C groot /A Klein.

  7. Met PIJL OMLAAG kun je de toonsoort veranderen. Je kunt ook de eerste letter van de nieuwe toonsoort typen, en eventueel herhalen.

  8. Kies in dit voorbeeld voor D groot / B klein.

  9. Druk ENTER. De partituur heeft nu twee kruisen gekregen en de noten klinken een secunde hoger.

24. Voortekens (Key Signature) aanpassen

Het is met de optie Transponeren mogelijk om je partituur (achteraf) van voortekens (kruisen en mollen) te voorzien. Merk op dat het verstandiger is om dit met de wizard te doen als je een nieuwe partituur maakt, en niet achteraf.

  1. Als je de hele partituur wilt wijzigen, druk dan een paar keer op Escape om er zeker van te zijn dat je geen noten maar de hele partij selecteert.

  2. Ga met ALT naar het menu en met PIJL RECHTS naar Gereedschappen.

  3. Kies met PIJL OMLAAG de optie Transponeer, en druk ENTER.

  4. Ga met 3 keer TAB naar de vervolg keuzelijst. Hier staat C groot /A Klein.

  5. Met PIJL OMLAAG kun je de toonsoort veranderen.

  6. In ons voorbeeld werken we met D groot / b klein.

  7. Druk ENTER. In ons voorbeeld zijn er nu twee kruisen of mollen aan de balk toegevoegd.

25. Noteninvoer met Midi keyboard

Als je een MIDI-keyboard aansluit kun je elke een nieuwe noot (of akkoord) direct met je MIDI-keyboard invoeren, in plaats van met het QWERTY-toetsenbord. Je moet echter nog wel met het QWERTY-toetsenbord de notenduur aangeven.

Tip : Sluit eerst het keyboard aan voordat he Musescore start.

Opmerking: Anders dan bij het QWERTY keyboard moet de Stap-notenivoermodus actief zijn om noten in te kunnen voeren of te kunnen wijzigen. Zo niet dan hoor je wel je keyboard spelen maar verander je niets aan de partituur.

Opmerking: Het is verstandig om je MIDI-keyboard aan te sluiten voordat je Musescore starten.

26. Herhalingstekens invoeren (met muis)

Het invoeren van herhalingen en andere muziektekens moet doe je met de paletten. Hoe je het met het toetsenbord doet wordt in het volgende hoofdstuk beschreven. Wanneer het echter niet goed lukt en je kunt de muis gebruiken geven we hier een alternatief.

  1. Druk op F9 om de paletten te tonen. Links van je partituur verschijnt de verticale Paletten balk. Deze bevat een zoekvak en een lijst van categorieën die je kunt uitklappen om een muziekteken te kiezen.

  2. Klik of dubbelklik op Maatstrepen zodat de verschillende symbolen zichtbaar worden.

  3. Klik en sleep met de muis de juiste maatstreep in de partituur.

27. Herhalingstekens invoeren (met toetsenbord)

Het invoeren van herhalingen en andere muziektekens moet doe je met de paletten. In Musescore versie 3 kan dat inmiddels veel beter met het toetsenbord en NVDA dan in versie 2 mogelijk was.

Als voorbeeld gaan we maat 2 en 3 herhalen.

  1. Zorg ervoor dat je je op de eerste noot in de tweede maat bevindt.

  2. Nu gaan we naar de maatstreep links van deze noot. Controleer dat Stap-invoermodus uit staat en druk SHIFT + CTRL + ALT + PIJL LINKS om naar het item links van de eerste noot van maat 2 te komen. Als het goed is gegaan hoor je nu: Maatstreep, enkele maatstreep.

  3. Druk F9. Links van je partituur verschijnt de verticale Paletten balk. Deze bevat een zoekvak en een lijst van categorieën die je kunt uitklappen om een muziekteken te kiezen. Je bevindt je nu in het zoekvak.

  4. Druk tweemaal TAB om in de lijst te komen. Als je voor het eerst hier komt kom je bovenin de lijst bij de eerste categorie: Siernoten.

  5. Ga met PIJL OMLAAG door de categorieën, of typ de eerste letter tot je bij de categorie Maatstrepen bent.

  6. Druk PIJL RECHTS om de categorie Maatstrepen uit te klappen. De lijst met verschillende maatstrepen verschijnt. Deze heeft twee kolommen maar met PIJL OMLAAG kun je gewoon een voor een door alle items lopen.

  7. Druk een paar keer PIJL OMLAAG tot je bent bij: Links, begin, herhalingsteken. Je kunt ook de letter l gebruiken om hier te komen.

  8. Druk ENTER. De maatstreep wordt vervangen door het herhalingsteken.

  9. Om dit te controleren moet je even op en neer navigeren. Controleer dat Stap-invoermodus uit staat en druk een keer SHIFT + CTRL + ALT + PIJL RECHTS LINKS en daarna weer SHIFT + CTRL + ALT + PIJL RECHTS. Als het goed is gegaan hoor je nu: Maatstreep links, begin, herhaling.

  10. Druk F9 om de paletten weer uit te zetten.

  11. Ga met SHIFT + CTRL + ALT + PIJL RECHTS weer naar de noot en navigeer verder naar de laatste noot in maat 3.

  12. Navigeer met SHIFT + CTRL + ALT + PIJL RECHTS naar de maatstreep.

  13. Nu ga je de rechter herhaling zetten. Maak met F9 het palettenvenster weer actief en druk tweemaal TAB. Je zal merken dat je positie in de lijst op het linker herhalingsteken is onthouden.

  14. Met PIJL OMLAAG kun je nu makkelijk naar Rechts, einde, herhalingsteken. Druk ENTER om dit in te voeren.

  15. De maatstreep is nu vervangen. Controleer dit weer door in de stap-invoermodus een keer terug en weer verder te navigeren.

  16. Zet de paletten uit met F9.

  17. Je kunt nu met afspelen je herhaling gaan bewonderen.

Opmerking: Het begin van de partituur bevat geen maatstreep. Om hier toch een linker herhalingsteken te zetten zorg je dat je op de eerste noot staat. Daarna kun de maatstreep zetten zoals hierboven beschreven.

Opmerking: Om in de paletten te komen maar als je twijfelt of ze aan of uit staan, druk dan een of twee keer F9. Zodra je in het zoekvak belandt staan de paletten aan en kun je erin navigeren.

28. Herhalingstekens verwijderen

  1. Ga naar de noot net na de maatstreep.

  2. Zorg dat Stap-invoermodus uit staat en navigeer met SHIFT + CTRL + ALT + PIJL LINKS naar de betreffende Maatstreep.

  3. Druk Delete. De herhaling is vervangen door een gewone maatstreep.

29. Andere symbolen of tekst invoeren

Behalve herhalingstekens kun je met de Paletten nog bijzonder veel andere tekens invoeren. Deze tekens worden in de veel gevallen aan een noot gekoppeld.

De werkwijze om een symbool in te voeren is gelijk aan die van de herhalingstekens: ga naar de plek waar je in wilt voeren, zoek het symbool in de paletten en voer dit in met ENRTER. Werk je met de muis, sleep dan het symbool vanuit de paletten naar de juiste plek in de partituur.

Als een teken aan een noot gekoppeld is kun je hem met het toetsenbord benaderen door item voor item door de partituur te lopen met ALT + PIJL LINKS en ALT + PIJL RECHTS.

Wil je een eerder ingevoerd symbool verwijderen of controleren:

  1. Navigeer naar de juiste noot.

  2. Zet Stap-invoermodus uit.

  3. Druk ALT + PIJL RECHTS. Je navigeert nu item voor item waarbij je ook de items meeneemt die boven of onder de balk zijn geplaatst. Als het goed is kom je hiermee het eerder ingevoerde symbool tegen.

  4. Met Delete kun je het symbool verwijderen.

  5. Als je niet precies meer weet aan welke noot het symbool gekoppeld was, ga dan een stukje terug in de partituur en loop alle items met ALT PIJL RECHTS of ALT + PIJL LINKS af.

Met de muis verwijder je een symbool door het symbool aan te klikken en op Delete te drukken. De noten-invoermodus moet hierbij uit staan.

Je kunt ook een losse tekst boven een noot plaatsen, buiten de balk. Ga hiervoor in normale modus op de noot staan, druk CTRL + T en voer de tekst in. Met Escape gevolgd door ALT + PIJL LINKS ga je weer naar de noot en is je tekst boven de noot. Vanaf de noot kun je weer met ALT + PIJL RECHTS je tekst benaderen en verwijderen.

Om een liedtekst onder de noten te plaatsen, zie het hoofdstuk verderop.

Omdat er wordt onthouden waar je was gebleven tijdens je laatste bezoek aan de paletten kan het verwarrend zijn waar je in de paletten bent. Daarom een kleine oefening hoe je kunt navigeren door de paletten.

  1. Start Musescore opnieuw op, open je partituur en ga ergens op een noot staan.

  2. Druk F9 om de paletten te openen. Je komt in het zoekvak van de paletten.

  3. Druk tweemaal TAB. Je staat nu op de eerste groep paletten, Muzieksleutels. NVDA noemt zo’n groep Paletten.

  4. Ga met PIJL OMLAAG naar een andere groep paletten, bijvoorbeeld Tremolo’s. NVDA meldt: Tremolo’s Paletten.

  5. Druk PIJL RECHTS om deze groep paletten uit te klappen. NVDA meldt ter bevestiging: Tremolo’s Paletten, uitgebreid.

  6. Nu kun je met PIJL OMLAAG door de Tremolo tekens navigeren. Let op: als je alle opties hebt gehad en je gaat nog verder dan kom je bij de volgende groep paletten, in dit geval zul je horen: Tekst Paletten.

  7. We gaan niets invoeren en we zijn wat te ver. Ga met PIJL OMHOOG weer terug naar Tremolo’s Paletten, uitgebreid.

  8. Druk PIJL LINKS om deze paletten weer in te klappen. NVDA meldt nu ter bevestiging: Tremolo’s Paletten maar zonder de toevoeging: uitgebreid.

  9. Nu sta je weer in de lijst met de groepen paletten zonder dat er een groep is uitgeklapt. Je kunt nu makkelijk weer met PIJL OMLAAG en OMHOOG door de groepen navigeren, wetende dat ze allemaal gesloten zijn.

  10. Nu kan je weer een andere groep kiezen, et cetera. Het gaat er dus om dat je bij het verlaten van een groep deze weer netjes inklapt.

  11. Als je nu met F9 de paletten verlaat zul je de volgende keer met F9 en tweemaal Tab in de lijst op deze plaats terugkeren.

Let op: Het is belangrijk om paletten maar ook andere vensters zoals de metronoom na gebruik weer te verbergen. Doe je dat niet dan kan het voorkomen dat je de menubalk niet meer met ALT kunt benaderen.

31. Een liedtekst beluisteren

Als een partituur tekst bevat kun je die uitlezen. Het is niet mogelijk de muziek tegelijk af te spelen. Lettergrepen zijn aan noten gekoppeld; de positie van de noot en bijbehorende lettergreep wordt uitgesproken. Er kunnen meerdere liedregels zijn.

Naar de liedtekst gaan : CTRL + L

Naar tekst bij volgende noot : SPATIE of CTRL + PIJL RECHTS

Naar tekst bij vorige noot : SHIFT + SPATIE of PIJL LINKS

Naar de volgende tekstregel : PIJL OMLAAG

Naar de vorige tekstregel : PIJL OMLAAG

Liedtekst modus verlaten : ESCAPE

32. Een liedtekst toevoegen of bewerken

Het is mogelijk om met het toetsenbord een liedtekst tekst toe te voegen. Je koppelt dan aan elke noot een lettergreep. Een complicatie bij invoer is dat je de muzieknoot die bij de lettergreep hoort tijdens invoeren wordt afgespeeld, waardoor je tijdens invoeren niet kunt horen waar je bent. Als je niet de mogelijkheid hebt om mee te kijken kan het invoeren behoorlijk lastig zijn. Je kunt wel achteraf een controle uitvoeren.

Als alternatief kun je ook de hele tekst in één keer invoeren, zie de tip verderop.

Als je tekst invoert wordt elk woord of lettergreep aan een noot in de partituur gekoppeld en onder de balk bij de positie van de noot geplaatst. De positie van de noot wordt tijdens navigeren door de tekst uitgesproken, maar je hoort geen muziek.

Het is mogelijk om meerdere liedregels te maken, deze worden onder elkaar weergegeven.

Tekst toevoegen : CTRL + L

Naar tekst bij volgende noot : SPATIE of CTRL + PIJL RECHTS

Naar tekst bij vorige noot : SHIFT + SPATIE of PIJL LINKS

Lettergreep op volgende noot : MINTEKEN of UNDERSCORE

Nieuwe regel maken : ENTER (niet de numerieke enter!)

Woord wissen : DELETE

Geen tekst aan een noot koppelen : SPATIE

Regel omlaag : PIJL OMLAAG als er een regel is

Liedtekst invoermodus verlaten : ESCAPE

Een tekstregel invoeren

  1. Open een partituur, bijvoorbeeld een SATB partij.

  2. Zet Stap-noteninvoermodus aan. Druk CTRL + L. NVDA meldt dat je naar de Liedtekst-bewerkingsmodus gaat. Je komt op de eerste vrije regel, dat is de eerste liedtekstregel. De cursor knippert. Je gaat nu vader Jacob invoeren.

  3. Typ de eerste lettergreep: va

  4. Typ een minteken. Achter va staat nu een minteken en je gaat naar de volgende noot.

  5. Typ: der

  6. Druk nu een SPATIE om naar de derde noot te gaan.

  7. Typ: Ja, gevolgd door een minteken. Typ: cob, gevolgd door een komma en een spatie.

  8. Je hebt nu vier lettergrepen op vier noten gezet en de focus staat op de vijfde noot.

  9. Controleer je invoer met CTRL + PIJL LINKS en PIJL RECHTS.

  10. Druk Escape om weer in de normale modus in de partituur terug te keren.

Een tekstregel controleren

Zorg dat de stap-invoermodus uit staat.

Ga naar de noot van waar je wilt controleren, bijvoorbeeld de eerste noot.

Nu kun je met ALT + PIJL RECHTS alle volgende noten en gekoppelde items, waaronder dus ook de gekoppelde lettergrepen, een voor een doorlopen. Je hoort steeds de noot en bij verder navigeren de bijbehorende lettergreep.

Een tekstregel wijzigen

Nu gaan we Vader Jacob wijzigen in Moeder Saartje.

  1. Zet de Stap-noteninvoermodus aan en ga naar de eerste noot.

  2. Druk CTRL + L. Let op, omdat je in de partituur zit kom je nu op de eerste vrije tekstregel en dat is regel 2.

  3. Druk PIJL OMHOOG. Nu ga je naar de eerste regel en je hoort: va.

  4. Je kunt nu ter controle met CTRL + PIJL RECHTS en PIJL LINKS door de lettergrepen lopen. Tijdens dit proces heb je geen tekstcursor.

  5. Navigeer nu naar de lettergreep die je wilt wijzigen, in dit geval de eerste.

  6. Typ nu de nieuwe lettergreep opnieuw. De oude invoer wordt gewist. Wanneer je een SPATIE of minteken typt ga je naar de volgende lettergreep.

  7. Je kunt je invoer nu weer controleren met CTRL + PIJL toetsen en een volgende lettergreep wijzigen door te tekst te overschrijven.

  8. Als je een lettergreep wilt wissen navigeer je ernaartoe en druk je DELETE.

Tip: alle tekst ineens invoeren

Als je handig bent kun je eerst de hele tekst invoeren in bijvoorbeeld Word en daarna in zijn geheel kopiëren met CTRL + V. Nu ga je naar Musescore, drukt CTRL + L. Telkens als je nu CTRL + V drukt wordt het volgende woord geplakt. Je hoort echter niet wat er wordt ingevoegd, dus herhaal plakken vele malen en navigeer daarna door het resultaat.

33. Lege maten aan het einde verwijderen

Nu je stuk zo goed als klaar is kun je de lege maten gaan verwijderen. Dat gaat heel makkelijk:

  1. Druk, indien nodig, de n zodat dat Stap-invoermodus uit staat.

  2. Ga met ALT naar het menu en PIJL RECHTS naar Gereedschappen.

  3. Kies met PIJL OMHOOG de optie Lege maten verwijderen, en druk ENTER.

  4. Alle lege maten zijn nu verwijderd.

34. Een nieuwe instrumentpartij toevoegen

Als voorbeeld gaan we een orgel toevoegen. Je doet dit met het Instrumenten venster.

  1. Druk i of ga naar Menu Bewerken – Instrumenten. Het Instrumenten dialoogvenster verschijnt.

  2. Druk TAB om naar de instrumentenlijst te gaan.

  3. Kies met PIJL OMLAAG de optie Orkestinstrumenten.

  4. Druk tweemaal TAB om naar de instrumentenlijst te gaan. Deze lijst bestaat uit categorieën. Je bevindt je nu op de bovenste categorie, houtblazers.

  5. Ga met PIJL OMLAAG naar Toetsen en klap deze groep open met PIJL RECHTS. Mogelijk hoor je niets!

  6. Ga met PIJL OMLAAG naar Orgel.

  7. Mocht je nu toch iets anders willen kiezen, ga dan met PIJL OMHOOG weer terug naar Toetsen en druk PIJL LINKS om de categorie weer in te klappen. Je kunt nu met PIJL OMLAAG en OMHOOG weer door de lijst en een ander instrument zoeken.

  8. Heb je eenmaal het instrument gevonden, druk dan TAB en activeer de knop Voeg Toe aan Partituur door SPATIE te drukken.

  9. Druk driemaal TAB tot je hoort: Partijenlijst, boomstructuur. Je bent nu in het rechterdeel van het venster gekomen waar de partijen staan beschreven. Je kunt met HOME, PIJL OMLAAG en OMHOOG alle balken doorlopen en nagaan of de drie orgelbalken zijn toegevoegd.

  10. TAB naar OK en druk ENTER.

  11. Je keert terug in de partituur. Mogelijk moet je nu n drukken om in de partituur te komen. Als het goed is gegaan is het aantal notenbalken uitgebreid van vier naar zeven.

35. Je werk exporteren

Musescore gebruikt zijn eigen bestandsformaat .mscz. Als je in een ander programma of app de partituur wilt gebruiken kan je exporteren naar bijvoorbeeld Music XML of Midi. Ook een pdf genereren is mogelijk. De pdf is niet toegankelijk met schermlezers en kan niet worden afgespeeld en bedoeld voor goedziende musici.

  1. Zorg dat je uit de Stap-noteninvoermodus bent.

  2. In het menu kies je Bestand – Exporteer.

  3. Het Exporteer venster verschijnt, je staat op de vervolgkeuzelijst Exporteer Als.

  4. Kies met PIJL OMLAAG het bestandsformaat. Pdf wordt in deze lijst voluit vermeld als Portable Document Format.

  5. Druk ENTER of activeer de knop Exporteer.

  6. Het Exporteer venster verschijnt met invoerveld voor bestandsnaam en mappen. Kies indien nodig op de gebruikelijke manier de juiste map, ga met TAB naar de Opslaan knop en druk ENTER.

36. Voor elke partij een pdf aanmaken

Het is ook mogelijk om van elke instrumentpartij een apart pdf-bestand te genereren.

  1. Sla eerst je werk op.

  2. Zorg dat je uit de Stap-noteninvoermodus bent.

  3. Kies menu Bestand – Partijen

  4. Ga met TAB naar de knop Alle partijen en activeer deze met SPATIE.

  5. Ga met TAB naar de OK knop en activeer deze met SPATIE.

  6. Kies Bestand – Exporteer.

  7. Ga met TAB naar de knop Selecteer Alles en activeer deze met SPATIE.

  8. Ga met TAB naar de knop Exporteer en activeer deze met SPATIE.

  9. Het Exporteer venster verschijnt met invoerveld voor bestandsnaam en mappen. Kies als bestandsnaam Test. Kies indien nodig op de gebruikelijke manier de juiste map, ga met TAB naar de Opslaan knop en druk ENTER.

  10. In het geval van een SATB-partituur zijn er nu vier bestanden aangemaakt: test-sopraan.pdf, test-alto.pdf et cetera. Partijen die je niet gebruikt kun je daarna met bijvoorbeeld met Verkenner verwijderen. De standaard opslagmap van Musescore Documenten - Musescore3 - Partituren.

37. Een bestand importeren

Musescore kan bestanden in XML, Midi en veel andere bestandsformaten importeren. Je gebruikt hiervoor de gebruikelijke manier om een bestand te openen. Doe je dit met verkenner, dan kun je via SNELMENU – Openen Met… voor de optie Musescore kiezen.

38. Sneltoetsen zoeken

In het menu Bewerken – Voorkeuren vind je in het tabblad Sneltoetscombinaties (met CTRL + TAB te bereiken) de alfabetische actielijst met sneltoetsen. Je kunt snel naar een sneltoets in de lijst gaan door de eerste letters te typen van de bijbehorende opdracht.

Ook kun je met driemaal SHIFT + TAB naar het invoerveld om een zoekterm te geven, met driemaal TAB kom je in de resultaten.

39. Sneltoetsen wijzigen

De meeste sneltoetscombinaties kunnen worden aangepast.

  1. Ga naar het menu Bewerken en kies Voorkeuren...

  2. Ga met CTRL + TAB naar het tabblad Sneltoetscombinaties.

  3. Druk TAB. Nu kun je met PIJL OMLAAG door de alfabetische lijst lopen. Je hoort steeds de actie en de sneltoets.

Om een sneltoets te wijzigen of toe te voegen:

  1. Selecteer in de lijst de actie waarvan je de sneltoets wilt wijzigen.

  2. Ga met TAB naar de Bepaal, knop en druk SPATIE.

  3. Ga naar het veld Nieuwe sneltoetscombinatie, en druk de nieuwe sneltoets in.

  4. Ga met TAB naar Voeg toe of Vervang, en druk SPATIE.

  5. De sneltoets is nu ingevoerd. Met TAB kun je weer naar de Sneltoetscombinatie tabel en daar controleren of het gelukt is.

  6. Ga met TAB naar de knop OK en druk ENTER.

Opmerkingen:

  • Met de knop Herstel naar de standaardwaarde van de sneltoets kun je de oorspronkelijke sneltoets weer toewijzen.

  • Met de knoppen Sla op en Laad kun je alle sneltoetsen zoals ze hebt gewijzigd als set opslaan en ook weer inladen.

  • Er is een invoerveld dat niet nader door NVDA wordt toegelicht. Dit is het zoekvak waarmee je een sneltoets kunt zoeken. Na invoer en ENTER kun je met TAB weer naar de Sneltoetscombinatie tabel en daar door de gefilterde lijst navigeren.

Gefeliciteerd met deze basis. Hoe nu verder?

Nu je de basis beheerst kun je je verder gaan verdiepen. Enkele suggesties:

Overzicht toetsenbord commando’s

Begin van de partituur : Home (werkt mogelijk niet goed)

Laatste pagina van de partituur : End (werkt mogelijk niet goed)

Zoek (maatnummer, repetitieteken of pXX waar XX een pagina nummer is) : Ctrl + F

Volgende partituur : Ctrl + Tab

Vorige partituur : Shift + Ctrl + Tab

Dichterbij bekijken : Ctrl + Plusteken (werkt niet op alle systemen)

Verderaf bekijken : Ctrl + Minteken

Volgende pagina : Pg Dn of Shift + scroll omlaag

Vorige pagina : Pg Up of Shift + scroll omhoog

Volgende maat : Ctrl + Pijl Rechts (Mac : Command + Pijl Rechts )

Vorige maat : Ctrl + Pijl Links (Mac : Command + Pijl Links )

Volgende noot : Pijl Rechts

Vorige noot : Pijl Links

Noot eronder (in een akkoord of op onderliggende notenbalk) : Alt + Pijl Omlaag

Noot erboven (in een akkoord of bovenliggende notenbalk) : Alt + Pijl Omhoog

Bovenste noot in akkoord : Ctrl + Alt + Pijl Omhoog

Onderste noot in akkoord : Ctrl + Alt + Pijl Omlaag

Volgend element (toegankelijkheid) : Alt+Pijl Rechts

Vorig element (toegankelijkheid) : Alt + Pijl Links

Noteninvoer

Begin noteninvoermodus : N

Verlaat noteninvoermodus : N of Esc

Duur/Lengte

1 ... 9 kiest de duur/lengte.

Halve duur van vorige noot : Q. (dwz. een gepunteerde kwartnoot wordt een kwartnoot, een kwartnoot worden een gepunteerde achtste noot)

Dubbele duur van vorige noot : W (dwz. een achtste noot wordt een gepunteerde achtste noot, een gepunteerde achtste noot wordt een kwartnoot)

Verminder de lengte met een punt : Shift + Q

Vermeerder de lengte met een punt: Shift+W

Stemmen

Selecteer een stem in de noteninvoermodus.

Stem 1: Ctrl+Alt+1

Stem 2: Ctrl+Alt+2

Stem 3: Ctrl+Alt+3

Stem 4: Ctrl+Alt+4

Toonhoogte

Toonhoogtes kunnen worden ingevoerd door de overeenkomstige letter in te voeren (A-G) of via een MIDI keyboard. Zie noteninvoer voor meer informatie.

Herhaal vorige noot of akkoord : R (de herhaalde noot of akkoord kan een andere duur/lengte hebben door eerste de duur te selecteren)

Herhaal selectie : R (De selectie wordt herhaald vanaf de eerste noot positie na het einde van de selectie)

Verhoog de toon met een octaaf : Ctrl + Pijl Omhoog

Verlaag de toon met een octaaf : Ctrl + Pijl Omlaag

Verhoog de toon met een halve toon (voorkeur voor kruis) : Pijl Omhoog

Verlaag de toon met een halve toon (voorkeur voor mol) : Pijl Omlaag

Verhoog de toon diatonisch : Alt + Shift + Pijl Omhoog

Verlaag de toon diatonisch : Alt + Shift + Pijl Omlaag

Wijzig enharmonische spelling in beide geschreven en werkelijke toonhoogte weergave : J

Wijzig enharmonische spelling alleen in de huidige weergave: Ctrl+J

Rust : 0 (nul)

Interval

Voeg een interval toe boven de huidige noot : Alt + [Nummer]

Opmaak

Verander richting (stok, legatoboog, overbinding, antimetrisch figuur haak, etc.): X

Spiegel nootkop: Shift+X

Vergroot uitrekking van de maat/maten: }

Verminder de uitrekking van de maat/maten: {

Regel einde bij geselecteerde maatstreep: Enter

Pagina einde bij geselecteerde maatstreep: Ctrl+Enter

Akkoord

Akkoordnoot toevoegen : Shift + letter

Akkoordnoot octaaf lager zetten : Ctrl + Pijl Omlaag

Navigeren binnen een akkoord : Alt + Pijl Omhoog of Omlaag

Articulaties

Staccato: Shift+S

Tenuto: Shift+N

Sforzato (accent): Shift+V

Marcato: Shift+O

Siernoot (acciaccatura): /

Crescendo: <

Decrescendo: >

Tekst invoer

Notenbalktekst: Ctrl+T

Systeemtekst: Ctrl+Shift+T

Tempo tekst: Alt+Shift+T

Repetitieteken: Ctrl+M

Liedtekst invoer

Liedtekst invoeren voor een noot: Ctrl+L

Vorige lettergreep liedtekst: Shift+Spatie

Volgende lettergreep liedtekst: wanneer de huidige en volgende lettergreep worden gescheiden door een '-': - anders Spatie

Verplaats lettergreep liedtekst 0,1sp naar links: Pijl Links

Verplaats lettergreep liedtekst 0,1sp naar rechts: Pijl Rechts

Verplaats lettergreep liedtekst 1sp naar links: Ctrl+ Pijl Links

Verplaats lettergreep liedtekst 1sp naar rechts: Ctrl+ Pijl Rechts

Verplaats lettergreep liedtekst 0,01sp naar links: Alt+Pijl Links

Verplaats lettergreep liedtekst 0,01sp naar rechts: Alt+ Pijl Rechts

Omhoog naar vorig couplet: Ctrl + Pijl Omhoog

Omlaag naar volgend couplet: Ctrl+ Pijl Omlaag

Voor meer liedtekst sneltoetscombinaties, zie liedtekst.

Weergave

Tijdslijn: F12

Afspeelpaneel: F11

Mixer: F10

Paletten: F9

Instellingenoverzicht: F8

Pianoklavier: P

Selectie filter: F6

Volledige scherm weergave: Ctrl+U

Overige

Schakel 'zichtbaarheid' voor de geselecteerde elementen in of uit: V

Instrumenten venster weergeven: I

Schakel 'meermaatsrusten' in of uit: M

Herstel element naar de standaard positie: Ctrl+R (Mac: Cmd+R)

Verwijder laatst ingevoerde noot : Backspace

Verwijder selectie : Delete

Handeling ongedaan maken : Ctrl + Z

Triolen : Selecteer noot of rust en druk CTRL + 3

Richting

Wissel richting (stok, legatoboog, overbinding, antimetrisch figuur haak, etc.) : X

Spiegel nootkop : Shift + X

Selecteren, kopiëren, plakken

Opmerking : Stap-notenivoermodus moet uit staan.

Eén noot erbij selecteren : Shift + Pijl Rechts

Eén maat erbij selecteren : Shift + Ctrl + Pijl Rechts

Tot einde selecteren : Shift + Ctrl + End

Eén balk erbij selecteren : Shift + Pijl Omlaag

Eén akkoord selecteren : Druk Shift + Pijl Rechts , daarna Shift + Pijl Links

Hele partij selecteren : CTRL + A

Eén maat verwijderen : CTRL + DEL

Eén maat invoegen : INSERT (tweemaal INSERT als NVDA deze al gebruikt)

Knippen : Ctrl + X

Kopiëren : Ctrl + C

Plakken : Ctrl + V

Afspelen

Afspelen vanaf cursor : Spatie

Ga naar begin : Home

Eén maat vooruit of terug : Ctrl + Pijl Rechts of Links

Eén noot vooruit of terug : Pijl Rechts of Links

NVDA

Geef informatie over geselecteerde noot : Insert + Pagedown (werkt niet altijd)

Naar volgende item : Shift + Ctrl + Alt + Pijl Rechts

Naar vorige item : Shift + Ctrl + Alt + Pijl Links

Heb je nog vragen?

Mail naar kennisportaal@visio.org, of bel 088 585 56 66.

Meer artikelen, video’s en podcasts vind je op kennisportaal.visio.org

Koninklijke Visio

expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen

www.visio.org