Nanda van der Burg, Koninklijke Visio

Als je slechtziend of blind bent vind je vaak zelfstandig je weg. Maar in een
vreemde omgeving kan het handig zijn om iemand te vragen om bijvoorbeeld naar de
wc mee te lopen. Of om je te begeleiden als het ergens druk is. Zo kun jij je
ontspannen verplaatsen en energie besparen.
Maar hoe zorg je ervoor dat je veilig en prettig begeleid wordt? En hoe loop je
als duo op een ontspannen manier zodat jullie bijvoorbeeld ook de mogelijkheid
hebben om te praten?
In dit artikel worden drie begeleidingstechnieken besproken die je hierbij
kunnen helpen. Ook lees je nog enkele tips die je aan je begeleider kunt
meegeven.
Tip: Bekijk ook de bijbehorende video begeleidingstechnieken om samen te
lopen. Ook als je alleen luistert is deze goed te
volgen.
Wat is een begeleidingstechniek?
Als je samen loopt kunt je je op verschillende manieren laten begeleiden,
bijvoorbeeld door je begeleider vast te houden. Ook kan je begeleider jou
vasthouden. Deze verschillende manieren van begeleiden noem je
begeleidingstechnieken.
We leggen zo meteen de volgende drie begeleidingstechnieken uit:
Je houdt de begeleider aan zijn schouder of elleboog vast.
Je loopt gearmd of hand in hand.
De begeleider houdt jou vast.
Begeleidingstechniek 1: Je houdt de begeleider aan zijn schouder of elleboog vast

Bij deze techniek loop je achter je begeleider. Je houdt met jouw rechterhand de
linker schouder of de linker elleboog van je begeleider losjes vast. Je
herkenningsstok of taststok houd je in je linkerhand. Zorg dat je de stok iets
omhoog houdt zodat hij de grond niet raakt. Zo is het voor mensen die je
tegemoet komen ook goed zichtbaar dat je blind of slechtziend bent. Met je
linkerhand de rechter schouder/elleboog vasthouden kan natuurlijk ook.
Het voordeel van deze techniek is dat je begeleider goed kan aanvoelen in welk
tempo jij wilt lopen zodat hij zijn tempo hierbij kan aanpassen. Bovendien merk
je het aan je begeleider als er een op- of afstapje of bocht komt. Ook kan je
begeleider bij een wegversmalling makkelijk zijn of haar schouder of elleboog
naar achteren bewegen zodat jullie kunnen inschikken.
Deze manier van begeleiden is wat afstandelijker wat een voordeel kan zijn
wanneer een collega of iemand die wat verder van je afstaat je begeleidt.
Begeleidingstechniek 2: Je loopt samen gearmd of hand in hand

Bij deze techniek loop je gearmd of hand in hand naast elkaar en kun je de
herkenningsstok of taststok gebruiken als jij dat prettig vindt. Deze vorm van
gidsen is geschikt voor situaties waarbij je je begeleider dichtbij wilt of kunt
hebben. Doordat je naast elkaar loopt kun je tijdens het lopen gezellig kletsen.
En kan je begeleider bijvoorbeeld van alles over de omgeving vertellen.
Deze techniek kent wel een paar nadelen. Op smalle paden of in drukke situaties
kan het onhandig zijn dat jullie samen zo breed zijn. Ook is het moeilijk om aan
te geven of je sneller of langzamer wilt lopen. Daarnaast leun je sneller op je
begeleider die dat als zwaar kan ervaren.
Begeleidingstechniek 3: De begeleider houdt jou vast

Bij deze laatste techniek loop je voorop met je taststok of herkenningsstok in
je linkerhand. Je begeleider loopt achter je en houdt je vast bij je rechter
elleboog of schouder. Deze techniek kan onzeker voor je aanvoelen. Jij bent
namelijk als eerste bij de obstakels en stoeprandjes zonder dat je gewaarschuwd
wordt door de veranderende lichaamstaal van je begeleider. Ook bepaalt de
begeleider op deze manier het tempo. Het voordeel van deze techniek is dat je je
stok kunt gebruiken.
Begeleid worden, hoe geef je dat aan?
Hoe je samen wilt lopen is afhankelijk van met wie je loopt en waar je loopt.
Belangrijk is dat je duidelijk aangeeft hoe je begeleid wilt worden. Je kunt
bijvoorbeeld zeggen: “Vind je het goed dat ik jouw elleboog vastpak?” of: “Ik
loop liever niet gearmd voor mij is het fijner om je schouder vast te houden.”
Laat je begeleider duidelijk jouw wensen weten. Bepaal op basis daarvan samen
hoe jullie prettig en veilig kunnen lopen.
Tips voor je begeleider
Wanneer jullie het eens zijn over welke begeleidingstechniek voor jullie allebei
passend is kun je de volgende tips aan je begeleider geven.
Zorg dat je veiligheid voor twee biedt: waarschuw dus op tijd.
Geef informatie over de ondergrond waar je op loopt.
Geef aan wanneer je door een deur gaat.
Geef ter oriëntatie aan waar jullie je bevinden.
Als je een trap of stoeprand op- of afgaat, zorg er dan voor dat je er
altijd loodrecht voor staat.
Bespreek of jullie liever de lift of (rol-)trap nemen.
Vraag of degene die jij begeleidt het prettig vindt als je over de omgeving
vertelt.
Heb je nog vragen?
Mail naar kennisportaal@visio.org, of bel 088
585 56 66
Meer artikelen, video’s en podcasts vind je op
kennisportaal.visio.org
Koninklijke Visio
expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen
www.visio.org